bel

bel

bel

Adriaan Boot

 

Al zoekend naar `oude` Booten ontdekten we Adriaan Boot en nog ver van huis ook.

Een akte uit 1613 getuigt van zijn avonturierschap, toen hij door koning Philips III van Spanje aangesteld werd om waterstaatkundige werken in Mexico uit te voeren. Die afwateringswerken verliepen kennelijk nogal traag. Daarnaast kreeg hij opdracht om forten bij de havens van Acapulco en Veracruz te bouwen of te verbeteren.
In ons archief beschikken we over een aantal akten die betrekking hebben op Adriaan Boot. Zie hieronder een afbeelding.


 Fort_Sant_Diego

Bij het hierna volgende dient men wel te bedenken dat deze gebeurtenissen plaatsvonden tijdens de Tachtigjarige Oorlog van 1568 tot 1648 met het Twaalfjarig Bestand in de jaren 1609-1621. Tijdens deze oorlog ontstond in 1581 de noordelijke Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, waar het calvinisme de toon aangaf. In de Zuidelijke Nederlanden bleef het katholicisme de enige toegestane godsdienst onder het bewind van een landvoogd die door de koning van Spanje benoemd werd.
De 17e eeuw wordt beschouwd als de Gouden Eeuw voor de Republiek op economisch, wetenschappelijk en cultureel gebied [1].


 

Adriaan Boot

Eén bron noemt Adriaan Boot een ingenieur uit Delft [2]. Een andere bron vermeldt dat hij uit Antwerpen kwam [3]. Aan het begin van bovenstaand contract tussen Adriaan Boot (overigens gespeld Adrian Bohot maar ondertekend Adriaen Boot) en zijn Spaanse werkgever staat "Flamencos", dat ook een Vlaamse oorsprong suggereert. Hij verklaarde zelf op een gegeven moment dat hij uit Den Haag kwam en de zoon was van Hendrik Boot en zijn vrouw Emerencia Nicolaasdr [4].

Lees hier meer over de familie van Adriaan Boot.


In Nieuw Spanje (Mexico) lag Mexico-Stad in een vallei en werd bijna elk jaar geteisterd door overstromingen. Een afwateringsproject van Enrico Martínez kreeg maar halfslachtig steun van de onderkoning en het stadsbestuur vanwege de hoge kosten en problemen bij het verkrijgen van arbeidskrachten voor de moeilijke en gevaarlijke uitgravingen. Ook de mogelijkheid om de hoofdstad te verplaatsen naar hoger gelegen gebied werd overwogen. Als oplossing voor deze kwestie instrueerde koning Philips III van Spanje op 29 mei 1612 zijn ambassadeur in Frankrijk op zoek te gaan naar een ingenieur die in Mexico zou kunnen adviseren bij het afwateringsproject. De aanbevolen ingenieur was Adriaan Boot, die op dat moment in Frankrijk werkte aan waterstaatkundige werken. Bij Koninklijk Besluit van 1 juni 1613 werd hij benoemd en in september 1614 kwam hij in Mexico aan. Na inspectie van het project van Martínez keurde hij het af, omdat hij het voorgestelde afwateringskanaal nutteloos en veel te duur vond. In plaats daarvan presenteerde hij een plan om de stad te beschermen met dijken, dammen en sluizen, zodat overtollig water afgevoerd zou worden met `instrumenten zoals in de steden van ons land' , maar met handhaving van bevaarbare kanalen, die ook zouden dienen voor irrigatie.

Het voorstel van Adriaan Boot was een sterke dijk, zoals de Hollandse, om het Texcoco-meer te scheiden van het water rondom de stad. Deze moderne Hollandse aanpak werd niet begrepen en de twee experts Enrico Martínez en Adriaan Boot kwamen in conflict over de fundamentele aanpak en zijn project werd afgewezen. Hij werd nog in 1615 naar Acapulco gestuurd om verbeteringen voor het Fort San Diego te ontwerpen en te bouwen. Hij werkte daar van 1615 tot 1617 en voegde aan het fort vijf schansen toe. Vermoedelijk keerde hij vóór januari 1620 terug naar Mexico-Stad, waar hij weer verscheen voor het stadsbestuur en waar zijn ontwerp weer werd afgewezen.

In de zomer van 1620 werd Mexico-Stad opnieuw overstroomd. Adriaan Boot presenteerde zijn voorstel opnieuw in 1622 en weer werd het afgewezen. Hij beweerde dat alles wat tot dan toe bereikt was geen effect had en de hele operatie een verspilling van geld. Ondanks deze afwijzingen behield hij zijn functie als adviseur bij de afwateringswerken en werd hij door het stadsbestuur voortdurend opgeroepen om het project van Martínez te bespreken, vaak vergezeld door Trasmonte.

In 1624 en 1627 werden de aanbevelingen van Adriaan Boot over versterking van de beschermende dijken gedeeltelijk uitgevoerd, maar onvoldoende om overstromingen te voorkomen. Intussen werd hij in 1621 belast met het toezicht op verbeteringen van het Fort San Juan de Ulúa in Veracruz, waaraan hij tot 1623 werkte. Tot minstens december 1629 wordt hij genoemd in de notulen van het stadsbestuur met betrekking tot het afwatering verhaal (verslagen van 1631 tot 1634 zijn vernietigd). In juli 1630 legde hij in Mexico-Stad verklaringen af voor de openbare schrijver Andrés Moreno. En volgens Musset is hij in dat jaar naar Veracruz gestuurd om de Ulúa fortificaties af te maken, waar hij ziek werd.

Adriaan Boot en Trasmonte komen opnieuw voor in februari 1635 en in hetzelfde jaar werd de positie van Adriaan Boot als `Royal Engineer` bevestigd door de nieuwe onderkoning. Toch vroeg de onderkoning op 3 september 1637 de Inquisitie om een onderzoek in te stellen naar Adriaan Boot `omdat er veel Fransen en Hollanders zijn die spionnen zijn`. Twee weken later verscheen de Inquisitie bij zijn huis, zette hem gevangen en maakte een gedetailleerde inventaris van zijn bezittingen. Toen hij iemand aan moest wijzen om te helpen met inventariseren en te handelen als `bewaarder` noemde hij María del Monte, een Spaanse vrouw die hij in zijn huis had, misschien zijn vrouw. Op 5 oktober 1637 werd hij verhoord, waarbij hij verklaarde dat hij zonder eigendommen in Nieuw Spanje was aangekomen en zichzelf daarna had onderhouden als ingenieur. Hij vermeldde ook dat hij bedragen had besteed aan zijn familie en medische uitgaven: de enige suggestie dat hij nakomelingen gehad zou hebben. Op 4 november werd hij ondervraagd over een Bijbel in het Vlaams. Het bezit van een Bijbel in de volkstaal bracht de eigenaar onder verdenking van ketterij. Op 19 april 1638 werd hij vrijgelaten en al zijn eigendommen werden teruggegeven. Hij overleed in Mexico in 1646.

Fort San Diego in Acapulco ligt aan de westkust van Mexico; Fort San Juan de Ulúa in Veracruz ligt aan de oostkust van Mexico. Van beide havens tekende Adriaan Boot panoramische overzichten. Mexico-Stad ligt tussen beide plaatsen in het binnenland.

Acapulco

Mexicostad

Veracruz


Fort San Diego in Acapulco

Op 14 april 1579 verklaarde Filips II bij koninklijk besluit Acapulco als enige handelshaven tussen Amerika en Azië, bedoeld voor de handel met de overkant van de Pacific: de Filipijnen en China, voor aankomst en vertrek van het Galjoen van Manilla en ook voor de paar schepen die van Peru, Chili en Midden-Amerika kwamen. De reis naar de overkant en terug duurde overigens ongeveer een jaar!
Het consortium, dat de handel organiseerde, vroeg aan verschillende onderkoningen om de haven te beschermen tegen piraten. Diego Fernández de Cordoba gaf Adriaan Boot de opdracht om een fort te bouwen. Het ontwerp werd gekarakteriseerd door de vorm van een vijfhoek; het bouwen begon in 1615 en kwam gereed in april 1617.
Als gevolg van een aardbeving in 1776 is het oorspronkelijke Fort San Diego - dat al meer dan 150 jaar in gebruik was - zwaar beschadigd en is op dezelfde plek op de fundamenten van het oude een nieuw fort gebouwd met dezelfde naam, waarvan de bouw duurde tot 1783.


fortsandiego

Het bouwwerk heeft een uniek ontwerp, waarin voor die tijd geavanceerde architectonische concepten werden toegepast, die het tot een meesterwerk van militaire bouwkunde maakt. Door de vorm van een vijfhoek maakte het zelfverdediging aan alle kanten mogelijk, meer nog door de omringende droge gracht. Het bood plaats aan 2.000 man met proviand en ammunitie voor een jaar, door een efficient systeem om regenwater op te vangen en te bewaren, en talrijke koepelvormige kamers rondom een centrale binnenhof. Het geheel heeft een oppervlakte van bijna 1 ha.


Op een satellietfoto is het fort door zijn vorm als vijfpuntige ster duidelijk waarneembaar [5].

fortsandiego00


Fort San Juan de Ulúa in Veracruz

Na zijn werkzaamheden in Acapulco keerde Adriaan Boot vermoedelijk vóór januari 1620 terug naar Mexico-Stad. Hij verscheen weer voor het stadsbestuur met zijn plannen voor de waterhuishouding van de Vallei van Mexico, maar weer werd zijn ontwerp afgewezen. Hij werd nu naar de andere kant van Mexico gestuurd, waar hij van 1621 tot 1623 in Veracruz aan het Fort San Juan de Ulúa werkte [6]. Hij ontwierp een zeewering ten noorden van het Ulúa complex, dat eindigde in een torentje.


fortsanjuandeulua1


Ook dit bouwwerk en de zeewering zijn duidelijk zichtbaar op een satellietfoto [5].

2


Onderzoek van en zoektocht naar schilderijen, kaarten en plattegronden

In een artikel in `Imago Mundi` deel 61, uitgave 1 januari 2009, pag. 47-66 beschrijven Priscilla Connolly en Roberto Mayer, twee onderzoekers uit Mexico, hun bevindingen naar verdwenen schilderijen, kaarten en plattegronden van o.a. Adriaan Boot [3].

cover Samenvatting:
"De veel gekopieerde aquarellen (ca. 1650) van Johannes Vingboons (1616/1617 - Amsterdam, 20 juli 1670) van Mexico-Stad, Acapulco en Veracruz, gebaseerd op tekeningen gemaakt door Adriaan Boot en Juan Gómez de Trasmonte in Nieuw Spanje vóór 1628, worden geacht nauwkeurige afbeeldingen te zijn van deze steden in de vroege zeventiende eeuw. Maar niemand heeft de originelen gevonden en hoe ze in de Nederlanden terechtkwamen in een tijd dat de Spanjaarden en de Nederlanders in oorlog waren is ook niet naar tevredenheid verklaard. Wij onderzoeken opnieuw deze vroege Europese afbeeldingen van de steden in de Nieuwe Wereld en overwegen hun bronnen, het doel en de historische context. Onze argumenten zijn gebaseerd op een nieuwe analyse van de topografische inhoud van de aquarellen zelf en van secundaire bronnen en we houden rekening met nieuwe historische gegevens over Adriaan Boot, Trasmonte en Vingboons, evenals de afgebeelde steden. We beschrijven ook een tot dusver onbekende set manuscripten van Vingboons met afbeeldingen van de drie Mexicaanse steden."

In de Gouden Eeuw waren Hollandse kartografen zoals Joan Blaeu (wereld)beroemd. Vaak werden kaarten gemaakt aan de hand van aantekeningen en verhalen van zeelieden, terwijl de kartografen in Holland verbleven. Met de uitbreiding van de Hollandse professionele kartografie in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en West-Indische Compagnie (WIC) in de zeventiende eeuw functioneerden de kaarten steeds meer als hydrografische en topografische instrumenten en werden het commerciële en professionele instrumenten ten dienste van de geografie. Bekend is de studio van vader en zoons Vingboons in Amsterdam [7], waar schilderijen, kaarten en plattegronden werden vermenigvuldigd.

Dr. Frederick Caspar Wieder (1874-1943) schrijft in zijn `Monumenta Cartographica` dat de aquarellen van Mexicaanse steden door Vingboons werden gekopieerd van vier grotere olieverfschilderijen, die zich in de jaren 1930 in het stedelijk museum van Middelburg bevonden. In 1940 is het centrum van Middelburg door brandbommen verwoest, waarbij het stadhuis en de inhoud, dus ook de olieverfschilderijen verloren zijn gegaan. Wieder suggereerde dat ze onderdeel waren van dertien olieverfschilderijen die al in 1632 in de inventaris van het paleis Noordeinde van de stadhouder in Den Haag zijn opgenomen. Ook Kees Zandvliet [8] stelt dat de schilderijen "waarschijnlijk eens in de vergaderruimte van de West-Indische Compagnie Kamer van Zeeland in Middelburg hingen. Dezelfde of soortgelijke schilderijen komen ook voor in inventarissen van het Paleis Honselersdijk bij Naaldwijk in 1707 en 1763". Uit deze en andere aanwijzingen kan worden aangenomen dat de voorbeelden voor de aquarellen van Vingboons in Nederland geschilderd werden en niet in Mexico, waarschijnlijk door David Vinckboons of in zijn atelier. Het is ook zeker dat deze schilderijen gemaakt zijn tussen 1628, de datum op de gezichten op Mexico-Stad en 1632, de eerste datum waarop ze verschijnen in de inventaris van het paleis Noordeinde.

Veel schrijvers veronderstellen daarom dat Adriaan Boot de originelen rond 1630 naar zijn geboorteland Holland heeft meegenomen. Connolly en Mayer schrijven nu dat dit onwaarschijnlijk is, omdat, zoals hierboven al aangehaald, hij tot minstens december 1629 wordt genoemd in de notulen van het stadsbestuur, hij in juli 1630 in Mexico-Stad was, toen hij verklaringen aflegde, hij in 1630 naar Veracruz werd gestuurd, zijn positie in 1635 als `Royal Engineer` werd bevestigd door de nieuwe onderkoning, in 1637 de Inquisitie een onderzoek instelde en hem gevangen zette, maar hem in 1638 weer vrijliet.

Hieruit blijkt dat Adriaan Boot gewaardeerd werd door de Spaanse koning, met wie hij soms rechtstreeks correspondeerde. Misschien was hij verantwoordelijk voor het verzenden van Trasmonte`s afbeeldingen van Mexico-Stad met zijn chronische overstromings probleem en een geplande oplossing, samen met zijn eigen schetsen van Acapulco en Veracruz naar de koning. 


Piet Hein en de Zilvervloot

Als Adriaan Boot rapporten naar de Spaanse koning stuurde, dan is het de vraag waarom die stukken niet in de archieven in Sevilla zijn, maar werden gereproduceerd en verspreid in de Nederlanden, de vijand van Spanje. Als antwoord stellen Connolly en Mayer nu een nieuwe hypothese op, die niet kan worden bewezen noch weerlegd.

In het tweede kwart van de zeventiende eeuw verliep de communicatie van Nieuw Spanje met het moederland Spanje via de "Flota", die een of twee keer per jaar tussen Veracruz en Cadiz voer. Zijde en kleurstoffen uit China en andere goederen uit de Filippijnen werden van Acapulco over land naar Veracruz getransporteerd. Zilver en andere goederen uit Mexico en Zuid- Amerika werden ook verzameld in Veracruz. Het is heel goed mogelijk dat geïllustreerde verslagen voor de Spaanse koning door Adriaan Boot - of de onderkoning - over diverse bouwkundige projecten voor de hoofdstad en belangrijke havens van Nieuw-Spanje in 1628 met die Flota werden verstuurd. Een dergelijk verslag was in feite in januari 1628 door het stadsbestuur naar de koning gezonden en een ander gedrukt verslag van Martínez was hetzelfde jaar verzonden.

Conclusies van Connolly en Mayer:

Adriaan Boot en Juan Gómez de Trasmonte waren de makers van gezichten op Acapulco en Veracruz en een plattegrond en gezicht op Mexico-Stad. De olieverfschilderijen, die Wieder beschouwt als de voorbeelden voor de aquarellen van Vingboons, waren duidelijk gebaseerd op tekeningen die ter plaatse zijn gemaakt als illustratie van de voorstellen voor de verbetering van de verdediging van de twee havens en projecten om de overstromingen van Mexico-Stad te voorkomen. Deze stukken zouden ter goedkeuring naar de autoriteiten in Spanje zijn gestuurd.

De tekeningen werden naar Spanje gestuurd met de jaarlijkse Flota, de Zilvervloot, die Veracruz in augustus verliet en op 8 september 1628 werd onderschept en veroverd door Hollandse schepen van de WIC onder bevel van Piet Hein, in de baai van Matanzas, Cuba [9]. In de documenten die de goederen beschrijven die door de Hollanders zijn veroverd, wordt geen melding gemaakt van kaarten en rapporten. Maar correspondentie, vertrouwelijke rapporten, bouwkundige plannen en kaarten zijn geen koopwaar en daarom niet opgenomen op de lijst van de buit.

Kort na aankomst van de tekeningen in Amsterdam kreeg David Vinckboons opdracht om er grote olieverfschilderijen van te maken. De kunstenaar voegde decoratieve details toe, zoals vegetatie en ruiters in Hollandse stijl. In de 1650s dienden deze olieverfschilderijen als modellen voor de aquarellen geschilderd door Johannes Vingboons. Op hun beurt hebben de aquarellen als basis gediend voor veel gedrukte afbeeldingen in boeken en atlassen met verdere wijzigingen en toevoegingen.


Aquarellen

Twee aquarellen waarvan de originelen worden toegeschreven aan Adriaan Boot:

fortacapulco
Fort San Diego, Acapulco, Mexico


fortveracruz

Fort San Juan de Ulúa, Veracruz, Mexico
Deze afbeeldingen ontvingen we van Roberto Mayer, waarvoor hartelijk dank.

Estas fotos que hemos recibido de Roberto Mayer, muchas gracias.


Bronnen:

stuurlinks stuurrechts

 

.