bel

bel

bel

Booten in kerken en kloosters

 

Alsook Priesters, Monniken, Kanunniken, Nonnen, Dominees, Predikanten en mogelijk anderen in kerkelijke functies. Er is ook een groot aantal vermeldingen van Booten als kerkmeester, diaken, ouderling en diaconie-armmeester. Bovendien heeft iedere universiteit wel een Album studiosorum waarin Boot(h) als student theologie wordt vermeld.

Deze opsomming beperkt zich tot een weergave van de op dit moment bekende personen die met deze roeping bezig zijn of geweest zijn. Mocht u aanvullingen voor ons hebben, dan vernemen wij dat graag.

Jaartal, naam en bijzonderheden.

1145 Arent Booth
proost van het kapittel van Sint-Marie in Utrecht, zoon van Gijsbrecht Bothensone.
In Utrecht waren 5 kapittels met als spil het Domkapittel. Centraal punt was Oud-Munster (voorloper van de Domkerk), eromheen in het noorden: Sint Jan, in het oosten: Sint Pieter, in het zuiden: Sint Paulus, in het westen: Sint Marie, samen wel genoemd het kerkenkruis.

1376 Pieter Corneliszn Booth
kanunnik van Oud-Munster in Utrecht, zoon van Cornelis Gerardszn Booth en Geertruijd Danielsdr van der Merwede, overleden in 1376.

1418 Heyman en Philippus Janszn Booth
monniken in het Karthuizerklooster `Het Hollandse Huis` te Geertruidenberg, zonen van Jan Aartszn Booth van Barendrecht en Elisabeth Jansdr van Almonde, geboren na 1418 (hun ouders huwden in 1418 in Delft).

1418 Lysbeth Jansdr Booth
non in het klooster Marienborn in Dordrecht, zuster van bovenstaande broers.

1457 heer Dierck Wouterszn Boot
priester van de Nieuwe Kerk van Sint Nicolaes, vermeld 17 april 1457, zoon van Wouter Corneliszn Boot van Barendrecht en Emme Wissche.

1460 Amelricus Lodewijkszn Boot
mogelijk kanunnik van Geervliet (1460), kapittelheer van het Kapittel van Oirschot (1462, 1471), student kerkelijk recht te Leuven (1463), priester en kanunnik te `s-Hertogenbosch (1471), stichter van het Boots-Gasthuis te Oirschot (1471), kapitteldeken van Sint Jan te `s-Hertogenbosch, zoon van Lodewijk Boot en Margriet Philipsdr van Geldrop, overleden 14 juni 1472, getrouwd met Heilwich Danielsdr van Vlierden, dochter van Daniel Janszn van Vlierden en Elisabet Willemsdr van Petersem.

1479-1484 Jan Corneliszn Booth van Barendrecht
priester (1479, 1484) en kanunnik (1484) van de Grote Kerk te Dordrecht, zoon van Cornelis Aartszn Booth van Barendrecht en Mechteld Reijersdr de Jonge, overleden in 1496.

1505 Beatrijs (Beatrix) Booth
non in het klooster Marienborn in Dordrecht, dochter van Arent Corneliszn Booth van Barendrecht en Machteld Jansdr van Slingeland, op zeer hoge leeftijd overleden op 13 februari 1503 te Dordrecht.

1528 Cornelis Dirkszn Booth
priester en kanunnik van Sint Marie te Utrecht, zoon van Dirk Corneliszn Booth van Almonde en Agatha Jansdr Pyl, overleden op Sint Thomasavond in 1528.

1540 Hendrik Hendrikszn Boot
student te Leuven (1553), pater van de Bogarden (1561-1593), rector van het klooster Sint Anneborch te Rosmalen 1574, zoon van Hendrik Claaszn Boot, geboren voor 1540 te Breda, overleden 18 november 1601 te Breda, begraven in de Sint Geertrudiskerk te ’s-Hertogenbosch.

Anselmus Boëtius (ook wel `Boetius`) de Boodt (Brugge, rond 1550 - aldaar, 21 juni 1632) was een humanist, priester, bestuurder, arts en geleerde.

De in een rijke en aristocratische katholieke familie geboren Anselmus studeerde rechten in Leuven en medicijnen bij Thomas Erestus in Heidelberg. Hij promoveerde in Padua tot doctor in de geneeskunde. Tussen 1580 en 1583 was Boëtius Raadpensionaris van Brugge.

In 1583 werd hij lijfarts van Wilhelm Rosenberg, burggraaf en gouverneur van Praag. In deze stad werd hij in 1584 lijfarts van de aldaar residerende keizer Rudolf II van het Heilige Roomse Rijk. De keizer bezorgde Boëtius een sinecure in Brugge. Boëtius werd een goedbetaalde kanunnik van de Sint-Donaaskathedraal in Brugge, een stad die hij pas in 1612 weer terugzag. In dat jaar werd Boëtius wederom Raadpensionaris van Brugge, een positie die hij tot zijn dood behield. Aan het prachtlievende en zeer in wetenschap geinteresseerde hof van Praag hield Boëtius zich bezig met alchemie en mineralogie.

In de 16e eeuw was er geen strikte scheiding tussen de wetenschappelijke disciplines en werden ook wetenschap en bijgeloof (zoals astrologie) nog naast elkaar beoefend. In zijn hoofdwerk `Gemmarum et lapidum historia' , een systematische studie van (edel)stenen en mineralen, beschreef Boëtius zeshonderd stenen en hun - veronderstelde - ontstaan, eigenschappen en geneeskundige uitwerking.

Publicaties van Boëtius

  • Gemmarum et lapidum historia
  • Le Parfaict Ioaillier, ou Histoire des Pierreries (1644) (over paddenstenen)
  • De la Pierre de Crapaut, ou Garatroine
  • Pseudodoxia Epidemica (over bijgeloof).

Publicaties over Boëtius

  • Nieuw nederlandsch biografisch woordenboek, deel VI
  • G. Dewalque, Biographie nationale de Belgique, deel IV
  • F.M. Jaeger, Anselmus Boëtius de Boodt' , in: Historische Studien. Bijdragen tot de kennis van de geschiedenis der wetenschappen in Nederlanden (in 16th and 17th centuries), Groningen, 1919
  • O. Delepierre, Biographie des hommes remarquables de la Flandre occidentale, deel 1 (Brugge 1843-1844)
  • J.E. Heller, `Anselmus Boetius de Boodt als Wissenschafter und Naturphilosoph' , Archeion 15 (1933).
  • `Testament olographe d`Anselmus Boetius de Boodt, conseiller-pensionnaire de Bruges, 1630' , Annales de la societe d`emulation de Bruges, 2e serie, deel 11 (1861)
  • A.J.J. Van de Velde, `Rede af Boodt' , Koninklijke Vlamische Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België. Klasse der Wetenschappen. Verslagen en Mededeelingen (Brussel, november 1932)
  • J.E. Heller, an article on Boodt, Quellen und Studien zur Geschichte der Naturwissenschaften und der Medizin, deel 8 (1942).
  • Richard S. Westfall, Department of History and Philosophy of Science

Bron: Wikipedia, de vrije encyclopedie

Lees voor informatie over de familie van Anselmus de Boodt `De Confrerie van het Heilig Bloed`

Klik hier voor de informatie bij Schrijvers

Klik hier voor de albums van Anselmus de Boodt

Klik hier voor Mineraal boodtite vernoemd naar Anselmus Boetius de Boodt

1577 Everhard Corneliszn Booth
page van de graaf van Culemborch (< 1594), student letteren te Franeker (1594-1598), letteren en theologie te Leiden (1598-1599, 1602), predikant te Utrecht (1604-1610), zoon van Cornelis Booth en Sophia van Wijck, geboren december 1577 te Utrecht, overleden op 14 augustus 1610, N.G. getrouwd op 22 april 1604 in de Buurkerk te Utrecht met Aleyd Jacobsdr Ruysch, geboren 1575, overleden 8 april 1616 te Utrecht, dochter van mr. Jacob Ruysch (advocaat-fiscaal voor het Hof van Holland, raad van de graaf van Aremberg, pensionaris van Amsterdam) en Henrica de Jode genaamd de Rijcke.
Hij vertaalde een boekwerk van het Latijn in het Nederduits onder de titel: De Gereformeerde Catholijk.

1591 Adriaan Corneliszn Booth
kanunnik te Wijck bij Duurstede, zoon van Cornelis Janszn Booth en Sophia Adriaensdr van Wijck, overleden voor 30 juli 1591.

1608 Abraham Corneliszn Booth
predikant te Kamerik (bron?), zoon van Cornelis Janszn Booth en Sophia Adriaensdr van Wijck, geboren ca. 1590, overleden in 1608.

1615 Antonie (Anthonis) Boot
priester te Mechelen, pater Religeus der Societeyt Iesu binnen Mechelen, geboren voor 1615, mogelijk te Terheijden, overleden na 19 februari 1641, mogelijk een zoon van Michiel Michielszn Boot, schepen en tresorier van Antwerpen.
Van Michiel Michielszn Boot zijn 11 kinderen geboren te Antwerpen, waaronder Antonie, geboren 1609, jesuiet, mogelijk dus de hierboven genoemde Antonie, overleden 5 mei 1656 te Brussel;
Michiel, jesuiet, geboren 1613, overleden 22 januari 1643 te Leuven;
Marco Emanuel, jesuiet, geboren 1616, overleden 1656 te Mechelen;
Albert Georgius, kanunnik te Lier, geboren 1618, overleden na 17 december 1639;
Maria Anna, religieuse abdij Rosedael in Waesmunster.

1639 Gerson Booth (Bootius)
predikant van de Duytse Gemeente te Dublin, Ierland, zoon van Gerard Booth en Catharina Menning, geboren te Londen, Engeland.
Van Gerson Booth zou William Booth, prediker en oprichter van het Leger des Heils, afstammen. Dit heeft nog niemand kunnen bewijzen, dus deze fabel leeft voort tot het tegendeel bewezen is (in ons archief beschikken wij over een genealogie van William Booth).

1679 Cornelis Cornelisz Boot
student theologie te Franeker, proponent van de classis Schouwen en Duiveland 1701, te Domburg 1702, Vlissingen 1705, predikant te Middelburg 1706, Utrecht 1708-1713, lidmaat te Utrecht 1709, zoon van Cornelis Corneliszn Boot en Debora Theodorusdr Teeling, geboren 7 december 1679 te Middelburg, overleden 1 februari 1713, begraven in Catharijnekerk Utrecht.


Hieronder een opmerkelijke reeks personen uit bijzondere predikantenfamilies met verwantschappen naar verschillende Booten. De namen Smijtegeld, Teelink en Hayman worden in straat en schoolnamen in Middelburg vermeld.

Parenteel van Cornelis Cornelisz Boot

I Cornelis Cornelisz Boot is geboren omstreeks 1655. Cornelis Cornelisz is overleden vóór maandag 17-06-1720, ongeveer 65 jaar oud. Beroep: koopman. Cornelis Cornelisz trouwde, ongeveer 24 jaar oud, vóór 1679 met Debora Theodorusdr Teeling. Zij is gedoopt op zondag 24-09-1656 in Nieuwerkerk. Debora Theodorusdr is overleden na zondag 16-06-1720 in Vlissingen waarschijnlijk. Debora Theodorusdr: dochter van Theodorus Willemszn Teeling, predikant, en Francina van Westhuizen. Religie: N.G. gedoopt.
Kinderen van Cornelis Cornelisz en Debora Theodorusdr:

1 Debora Cornelisdr Boot.
2 Catharina Francina Cornelisdr Boot. Catharina Francina Cornelisdr is overleden na zondag 01-02-1711.
3 Theodorus Cornelisz Boot. Volgt II-a.
4 Maria Cornelisdr Boot. Zij is begraven op zondag 16-06-1720 te Utrecht Sint Catharinakerk.
5 Cornelis Cornelisz Boot, geboren op donderdag 07-12-1679 in Middelburg. Volgt II-b.

II-a Theodorus Cornelisz Boot, zoon van Cornelis Cornelisz Boot en Debora Theodorusdr Teeling. Theodorus Cornelisz is overleden na vrijdag 17-02-1713 in Middelburg. Hij is begraven vóór donderdag 01-12-1718 waarschijnlijk. Beroep: koopman. Theodorus Cornelisz trouwde vóór woensdag 16-03-1712 met Johanna Johansdr van de Wiele. Johanna Johansdr is overleden na woensdag 16-03-1712. Johanna Johansdr: dochter van Johan van de Wiele, schepen en raad van Vlissingen.
Kinderen van Theodorus Cornelisz en Johanna Johansdr:

1 Cornelis Theodorusz Boot.
2 Jan Cornelis Theodorusz Boot. Volgt III-a.

II-b Cornelis Cornelisz Boot is geboren op donderdag 07-12-1679 in Middelburg, zoon van Cornelis Cornelisz Boot en Debora Theodorusdr Teeling. Cornelis Cornelisz is overleden op woensdag 01-02-1713 in Utrecht, Catharijnekerk, 33 jaar oud
Beroep: predikant. Cornelis Cornelisz trouwde, 26 jaar oud, in 07-1706 in Middelburg met Anna Pietersdr Smijtegeld, 22 jaar oud, nadat zij op vrijdag 30-07-1706 in Goes in ondertrouw zijn gegaan. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op woensdag 18-08-1706 in Baarland.
Anna Pietersdr is geboren op maandag 29-05-1684 in Goes. Anna Pietersdr is overleden op donderdag 01-12-1718 in Utrecht, 34 jaar oud. Zij is begraven op donderdag 08-12-1718 te Utrecht. Anna Pietersdr: dochter van Pieter Marinuszn Smijtegeld, thesaurier van Middelburg, en Aletta Haymans.
Kinderen van Cornelis Cornelisz en Anna Pietersdr:

1 Jacoba Cornelisdr Boot. Volgt III-b.
2 Debora Aletta Cornelisdr Boot, geboren in Utrecht. Volgt III-c.
3 Cornelis Cornelisz Boot, geboren in Utrecht. Hij is gedoopt op vrijdag 28-02-1710 in Utrecht, Domkerk, doopgetuigen: dominee Jacobus Hayman, Johanna de Wiele. Cornelis Cornelisz is overleden vóór zaterdag 31-01-1711. Religie: N.G. gedoopt.
4 Cornelis Cornelisz Boot, geboren op zaterdag 31-01-1711 in Utrecht. Hij is gedoopt op zondag 01-02-1711 in Utrecht, Domkerk, doopgetuigen: Jacobus Hayman en joffr. Catharina Boott. Cornelis Cornelisz is overleden op dinsdag 25-01-1752 in Middelburg, 40 jaar oud. Beroep: predikant. Religie: N.G. gedoopt.
5 Petrus Peter Cornelisz Boot. Hij is gedoopt op woensdag 16-03-1712 in Utrecht, Domkerk, doopgetuige: Johanna van de Wiele. Hij is begraven op donderdag 09-05-1743 te Utrecht, Buurkerk.
Beroep: arts. Religie: N.G. gedoopt.

III-a Jan Cornelis Theodorusz Boot, zoon van Theodorus Cornelisz Boot en Johanna Johansdr van de Wiele. Jan Cornelis Theodorusz trouwde met Alida Kruyt.

III-b Jacoba Cornelisdr Boot, dochter van Cornelis Cornelisz Boot en Anna Pietersdr Smijtegeld. Jacoba Cornelisdr trouwde in Leiden met N.N. Koopman.

III-c Debora Aletta Cornelisdr Boot is geboren in Utrecht, dochter van Cornelis Cornelisz Boot en Anna Pietersdr Smijtegeld. Zij is gedoopt op woensdag 20-03-1709 in Utrecht, doopgetuige: Debora Teelink. Debora Aletta Cornelisdr is overleden op 30-05-1786 in Den Haag. Zij is begraven te Scheveningen. Religie: N.G. gedoopt. Debora Aletta Cornelisdr:
(1) trouwde met Daniel Danielsz Scheurwater, nadat zij op zondag 06-12-1733 in Utrecht in ondertrouw zijn gegaan. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op maandag 07-12-1733 in Dubbeldam, N.G.. Daniel Danielsz: zoon van Daniel Scheurwater, opperboekhouder W.I.C. kamer Zeeland, en Johanna Bisschop. Beroep: predikant Vrouwenpolder.
(2) trouwde met Nicolaes Antonisz Barkey. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op maandag 30-05-1740 in Middelburg, N.G.. Nicolaes Antonisz is geboren op woensdag 11-09-1709 in Bremen, Duitsland. Nicolaes Antonisz is overleden op woensdag 18-06-1788 in Den Haag, 78 jaar oud. Nicolaes Antonisz: zoon van Antonie Barkey, koopman te Bremen, en Veronica Nonnen. Beroep: predikant/professor theologie.

Index (20 personen)

Barkey, Nicolaes Antonisz (*11-09-1709, †18-06-1788) [Partner van III-c]
Boot, Catharina Francina Cornelisdr (†>01-02-1711) [Dochter van I]
Boot, Cornelis Cornelisz (*±1655, †<17-06-1720) [Nummer I]
Boot, Cornelis Cornelisz (*07-12-1679, †01-02-1713) [Nummer II-b]
Boot, Cornelis Cornelisz (~28-02-1710, †<31-01-1711) [Zoon van II-b]
Boot, Cornelis Cornelisz (*31-01-1711, †25-01-1752) [Zoon van II-b]
Boot, Cornelis Theodorusz [Zoon van II-a]
Boot, Debora Aletta Cornelisdr (~20-03-1709, †03-?-1786) [Nummer III-c]
Boot, Debora Cornelisdr [Dochter van I]
Boot, Jacoba Cornelisdr [Nummer III-b]
Boot, Jan Cornelis Theodorusz [Nummer III-a]
Boot, Maria Cornelisdr ([]16-06-1720) [Dochter van I]
Boot, Petrus Peter Cornelisz (~16-03-1712, []09-05-1743) [Zoon van II-b]
Boot, Theodorus Cornelisz (†>17-02-1713) [Nummer II-a]
Koopman, N.N. [Partner van III-b]
Kruyt, Alida [Partner van III-a]
Scheurwater, Daniel Danielsz [Partner van III-c]
Smijtegeld, Anna Pietersdr (*29-05-1684, †01-12-1718) [Partner van II-b]
Teeling, Debora Theodorusdr (~24-09-1656, †>16-06-1720) [Partner van I]
Wiele van de, Johanna Johansdr (†>16-03-1712) [Partner van II-a]  

Deze gegevens, aangeleverd door drs. Ron Boot, komen allemaal uit artikelen die in genealogische tijdschriften zijn gepubliceerd.


1680 Cornelis de Boot
kanunnik van Sint Pieter te Utrecht (vermeld 1707, 1712), heer van Cadzant, Giessenburg, Giessen-Nieuwkerk, Moersbergen en Bingaertskerke, erfwatergraaf van de Overwaard, zoon van Cornelis de Boot en Cornelia Droste, geboren 22 oktober of december 1680 te Sluis, overleden 24 maart 1720 in huize Moersbergen te Doorn, getrouwd (1) 1706 met Charlotta Nicolaa Borre van Amerongen, overleden 17 maart 1711 te Utrecht (aan het Janskerkhof), begraven in de Buurkerk, dochter van Dirk Borre van Amerongen (heer van Sandenburg, Coninxvrij, lid van de Ridderschappen van Utrecht) en Anna Bentinck; getrouwd (2) 1712 te Doorn met jonkvrouw Charlotta Wilhelmina van Arkel, geboren 28 maart 1680 te Doorn, overleden 18 april 1740 te Utrecht, begraven te Doorn, dochter van jonkheer Roelof van Arkel (heer van Broekhuijsen en Burgst) en Philippina Staunton.

1689 Jan Boodts
priester onder pastoor te Beveren, en pastoor te Haasdonk, zoon van Hendrik Boodts en Elisabeth Vergauwen, geboren te Temse 07-01-1689.

1711 Cornelis Cornelisz Boot
predikant (waar?), student theologie te Utrecht (1730) en Bremen (1727), proponent classis Amsterdam (1732), predikant te Dubbeldam (1733), Vlissingen (1737) en Middelburg (1743–1752), zoon van Cornelis Corneliszn Boot en Anna Pietersdr Smijtegeld, geboren te Utrecht 31 januari 1711, gedoopt 1 februari 1711 in de Domkerk, overleden 25 januari 1752 te Middelburg.

1721 Gerhardus Boot
student theologie Leiden (1740), predikant te Acquoy (althans beroepen 1749), op de Leur 1752-1794, zoon van Cornelis Dirksz Boot en Kornelia Gerardsdr Koning, geboren 11 oktober 1721 te `s-Gravenhage, overleden 9 juni 1794 te Leur.

1761 Johannes Cornelis Boot
student theologie te Leiden, proponent te Brielle (1785), predikant, herder en leraar te Nieuwenhoorn (1785) en te Arnhem (1789-1834), zoon van Gerhardus Boot en Maria Louisa Nummer, geboren 20 juni 1761 te Leur, overleden 9 juli 1834 te Arnhem, getrouwd (1) met Rosalina Budde, weduwe van L. Serrurier, getrouwd (2) 28 oktober 1807 te `s-Gravenhage met Boudewina Donker Curtius, geboren `s-Hertogenbosch;

1763 Gerhardus Wilhelmus Boot
predikant, maar wegens gezondheids redenen niet praktiserend, zoon van Gerhardus Boot en Maria Louisa Nummer, geboren 31 mei 1763 te Leur, lidmaat Breda (1781, 1785), student theologie te Leiden (1781), praeceptor van de Latijnse school te Breda (1785, 1789), te Middelburg (1788) en te Zutphen (1790), rector van de Latijnse school te Gorinchem (1792-1832), lidmaat te Gorinchem (1792), ouderling te Gorinchem (1798), overleden 6 september 1832 te Gorinchem, N.G. getrouwd 8 november 1791 te Warnsveld met Mechteld Hendrina Ribbens, dochter van Hendrik Ribbers en Hendrina van Geyn, N.G. gedoopt 23 september 1764 te Arnhem, lidmaat Gorinchem (1792), overleden 8 maart 1848 te Asten.

1765 Diederik Boot
student theologie te Leiden (1784), proponent te Breda (1790), predikant te Heusden, zoon van Gerhardus Boot en Maria Louisa Nummer, geboren 18 mei 1765 te Leur, overleden 2 mei 1811 te Heusden.

1801 Louis Boot
predikant te Randwijk en Lakemond, zoon van Gerhardus Wilhelmus Boot en Mechteld Hendrina Ribbers, geboren 1 augustus 1801 te Gorinchem.

1805 Hendrik Boot
predikant te Asten, zoon van Gerhardus Wilhelmus Boot en Mechteld Hendrina Ribbers, geboren 2 mei 1805 te Gorinchem.

1830 Gerardus Wilhelmus Boot
predikant te Heiloo, zoon van Louis Boot en Elisabeth Jacoba Moerkerk, geboren 14 september 1830 te Randwijk.

1834 Bastiaan Cornelis Moerkerk Boot
predikant te Lent, zoon van Louis Boot en Elisabeth Jacoba Moerkerk, geboren 22 juni 1834 te Randwijk (let hier op de naamswijziging).

1929 M. Boot
predikant o.a. te Gapinge, Oudewater, Curaçao, Veenhuizen, Norg, Doorn, zoon van een bakkersgezin te Woerden.

1930 Dr. Izaak Boot
predikant o.a. te Wijngaarden, Nijkerkerveen, Boven Hardingsveld en Tiel, zoon van Pieter Boot en Cornelia Kastelein, geboren 18 september 1930 te Kortgene, overleden 1 februari 2000 te Tiel, begraven 5 februari 2000 te Wijngaarden.
Hij promoveerde op: De allegorische uitlegging van het Het Hooglied van Salomo, voornamelijk in Nederland. Een onderzoek naar de verhouding tussen Bernard van Clairvaux en de nadere reformatie. Uitgever Zuijderduin, Woerden 1971.

Klik hier voor een foto van zijn graf.

1959 drs. Neeltje Maria (Nelly) Boot
student theologie Rijksuniversiteit te Utrecht (1977-1982), door de Gereformeerde Zendings Bond (Hervormd) uitgezonden naar Sulawesi, Indonesië (1986-1993), predikant Hervormde Kerk te Axel (1996), predikant te Pijnacker (2002), mederedactrice van het boek "Als een stad op een berg. Evangelisatie vanuit de gemeente";
dochter van Adriaan Boot en Wilhelmina van Oossanen (en nicht van bovenstaande Dr. Izaak Boot), geboren 25 november 1959 te Middelburg, overleden 13 mei 2017 te Gouda. getrouwd op 25 oktober 2002 met drs. P.J. van Kampen, predikant te Vlaardingen en publicist, hij overleed in 2009.

Klik hier voor een artikel over Nelly van Kampen-Boot

 

Johannes Cornelis Boot
predikant te Arnhem.

J.C. Boot de Boer
predikant te Leidschendam.

Lex Boot
predikant van de Nieuwe Kerk in Harderwijk.

Leendert Bertus Cornelis Boot
predikant te Putten, Veenendaal, kandidaat Breda 26-02-1998 met emeritaat 01- 01-2002? geboren 1946? te Alphen aan de Rijn, Chr. Gereformeerd, getrouwd met P.O. t`Jong.

Gegevens aangeleverd door Herman Boot en Ron Boot


Proost

 

Een proost is een priester die als geestelijke begeleider een katholieke organisatie inspireert, of voor het spirituele aspect van de vereniging zorgt. Ook de priester die verbonden is aan een priorij van zusters, noemt men een proost.

In een tijd van priestergebrek is de functie meer en meer overgenomen door leken, die dan bijvoorbeeld `volwassenbegeleider` of `pastoraal verantwoordelijke` worden genoemd.

Daarvoor was het niet ongewoon dat elke katholieke jeugdbeweging (bijv. chiro, KAJ, scouts), vakbond (bijv. ACV), volwassenenorganisatie (bijv. boerenbond, KAV, KWB), werkgeversorganisatie (bijv. VKW), turnkring of studentenclub een eigen proost had.

Soms als synoniem gebruikt van aalmoezenier, eleemosynarius, hoewel dit laatste een iets bredere betekenis heeft, nl. ook de priester die in een organisatie als geestelijk leidsman optreedt, zoals bijvoorbeeld in een gevangenis, het leger, een ziekenhuis.

Ook was een proost verantwoordelijk voor het grondbezit van een kapittel. Het bezit dat onder hem ressorteerde heette dan een proosdij.


Priester

 

In vele religies zoals het boeddhisme, hindoeïsme en het christendom is een priester een tussenpersoon tussen God (goden) en de mensen. Het woord is afgeleid van het Griekse presbuteros dat oudste (van de gemeente) of ouderling betekent. Een priester is meestal een man, maar kan ook een vrouw zijn, afhankelijk van de voorschriften van de religie.


Pastoor

 

De pastoor is binnen de rooms-katholieke kerk en de Oud-katholieke kerk de priester die door de bisschop benoemd werd als verantwoordelijke van een parochie. In sommige parochies krijgt hij hulp van andere priesters. Zij worden officieel parochievicaris genoemd, maar zijn beter bekend als kapelaan (in Nederland) of onderpastoor (in Vlaanderen).

Door het afnemend aantal priesterroepingen worden ook leken mee ingeschakeld in het pastoraat en de verschillende taken binnen de parochie. Sommigen gebruiken de term pastor voor zowel clerici als leken, alhoewel deze titel enkel aan priesters toekomt. Vanwege dit oneigenlijk gebruik van het woord, geraken de termen pastoor en kapelaan weer in zwang in Nederland om verwarring te voorkomen.

De aanspreekvorm voor een pastoor is `Zeereerwaarde Heer Pastoor`.


Kanunnik

 

 

 

 

 

 

Seculiere kanunniken

 

 

 

 

 

 

 

Een kanunnik (canonicus in het Latijn, meervoud kanunniken), ook koorheer, domheer of kapittelheer genaamd, is een geestelijke die deel uitmaakt van een kapittel.

Een kapittel betreft veelal een stichting binnen een reeds bestaande geestelijke instelling, zoals een abdij, een kathedraal of zelfs een parochiekerk. Indien het kapittel gevestigd is in een kathedraal, spreekt men van een kathedraalkapittel. De kerk die het kapittel herbergt, wordt een kapittelkerk of collegiale kerk genoemd. In sommige voorname kerken bestonden er soms meerdere kapittels. Het was niet ongewoon dat er in een kathedraal een groot en klein kapittel bestond, of zelfs een reguliere naast een seculiere stichting.

Het aantal kanunniken is afhankelijk van het aantal gestichte prebenden. Een prebende was een geheel van dotaties waarmee in het levensonderhoud van een kanunnik werd voorzien. Omwille van het financieel karakter van deze prebendes werden zij tijdens de Middeleeuwen dikwijls in pacht gegeven. De verwerver van de prebende was dan slechts kanunnik in naam en liet zich voor de koordiensten vervangen door een (minder kapitaalkrachtig) priester, die als vicaris optrad. Zodoende waren er in het verleden nogal wat kanunniken die alleen de lagere wijdingen of zelfs geen enkele wijding hadden ontvangen. Deze kanunniken konden dan ook getrouwd zijn. Deze gewoonte is door het Concilie van Trente als misbruik afgeschaft.

In sommige kerken had het kapittel soms meer aanzien dan de kerk waarin ze gevestigd was. Een typerend voorbeeld is het Sint-Goedelekapittel in de Brusselse Sint-Michielskerk. Jan van Ruusbroeck maakte daar meer dan 20 jaar deel van uit. Uit deze Sint-Michielskerk is de befaamde Sint-Goedelekathedraal gegroeid.

In verschillende plaatsen zijn nog kanunnikenhuizen te vinden, bijvoorbeeld in Breda, Borgloon, Utrecht en Nijmegen. In Boxtel is het kanunniken-museum De Canonije is sinds 1993 in een gerestaureerd kanunnikenhuisje gevestigd.

Seculiere kanunniken bestaan eigenlijk alleen nog in kathedrale kapittels. Zo`n kapittel vormt het adviescollege van de bisschop, en neemt het bestuur van het bisdom waar als de zetel vacant is.

Kanunnik als eretitel

 

De titel van kanunnik wordt door de bisschop soms ook toegekend als eretitel aan verdienstelijke priesters (In België bijvoorbeeld Kanunnik Michaël Ghijs, dirigent van de Schola Cantorum Cantate Domino in Aalst, in Nederland is bijvoorbeeld rector Peijnenburg erekanunnik van de Sint-Jan in `s-Hertogenbosch).

Reguliere kanunniken

 

In de twaalfde eeuw ontstonden naast de seculiere kanunniken ook reguliere kanunniken. Het zijn kanunniken die kloosterlijk samenleven. Ze leggen de drie kloostergeloften af en leven in gemeenschap volgens een bepaalde orderegel, meestal de Regel van Augustinus. Zij zijn gegroepeerd in verschillende orden en congregaties. De Premonstratenzers (ook norbertijnen of witheren genaamd) en de kruisheren vormen een dergelijke orde.

Talrijke kanunnikengemeenschappen, die verplicht waren de canones of de kerkelijke rechtsbepalingen na te leven, volgden een voorgeschreven apostolische levenswijze, in navolging van het gemeenschappelijk leven dat door Augustinus werd vooropgesteld. Na verloop van tijd gingen deze gemeenschappen over tot het strikt navolgen van een regel en het afleggen van de drie geloften (armoede, kuisheid en gehoorzaamheid), zodat zij, om het onderscheid te maken met kanunnikengemeenschappen die dit stadium nog niet hadden bereikt, reguliere kanunniken werden genoemd. De vrouwelijke religieuzen die overgingen tot het navolgen van de regel van Augustinus, heetten reguliere kanunnikessen.

Net als Cisterciënzers of Benedictijnen zijn de orden die volgens de Regel van Augustinus leven kloosterorden. Hieraan doet het feit niet af dat de Regel van Augustinus op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd, alleen al omdat er vijf teksten zijn die men elk aanduidt met de term Regel van Augustinus, waaronder een brief in een versie voor vrouwelijke en mannelijke religieuzen. Juist daarom is het ook begrijpelijk dat niet in alle kloosters van reguliere kanunniken en kanunnikessen een identieke regel werd nagevolgd.

Spelling

 

Het woord kanunnik wordt heel vaak verkeerd gespeld, zelfs in gespecialiseerde literatuur. Een zoekopdracht in Google toont aan dat het anno 2006 9 op 100 keer als `kannunik` geschreven wordt.


Dominee

 

Een dominee (afkorting: ds of ds.) of predikant is iemand die voorgaat bij een godsdienstoefening van protestantse gezindte. Het woord dominee is afkomstig van het Latijnse dominus dat heer betekent. Dominee is een aanspreektitel, zoals professor dat is bij een hoogleraar. Voor de aanduiding van het beroep wordt het woord `predikant` gebruikt.

Bron: www.wikipedia.nl

stuurlinks stuurrechts

.