A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Hierna volgt een overzicht van vreemde woorden zoals deze voorkomen in het hiervoor geschrevene extract uit `De beschrijvinghe van Dordrecht en enkele genealogieen, waaronder die van het geslacht Boot`.
Diverse teksten:
(tekst) Mr.Vranco Boot celleberrimus apud Hollandos advocatus
(Mr. Vranco Boot zeer beroemd bij de Hollandse advocaten)
(tekst) post recusattam Senatoriam dig nitatem septuagenarius tandem miserorum patrociniis immortuus est anno domini 1557 11 mens.sept.Domicella Christine ab Outshoorn. uxor M.ri Vranconis Boot anos nata 36.unico tantum edito filio, anno 1529.26.
(Na de hem geweigerde waardigheid van senator is hij tenslotte door de bescherming van de ongelukkigen gestorven in het jaar onzes Heeren op de 11 september 1557. Domicella Christine van Oudtshoorn de vrouw van Mr. Vranconis (Frank) Boot oud 36 jaar die slechts één zoon had gebaard op 26 augustus 1529)
(tekst)Practeriam quamcunque electionem Justitierus (schout). Scabini et Consliarij salvo jure feceriat, ratam observabimus.
(Had een practische verkiezing gehouden onder toezicht van Schout en Schepenen [en wij hebben de telling gecontroleerd])
(tekst)Quas inter petor min `s
(die onder, petor min `s is mogelijk Pater Ministeriaal of Proost?)
(tekst) Sed ex alia conjuge
(maar uit een andere echtgenoot)
(tekst) Wilhelmum seniorum armigenus
(is Oude Willem van Strijen)
(tekst) nempe XIII Kal. Decb
(...13e kalendar Decembris
á: anno, á do, het jaar onzes Heren
Abdisse: bestuurster van een nonnenklooster
Absentie: afwezigheid
Absolveren: vrijspreken
Accoirt: met instemming
Accordeert: gaat accoord door ondertekening, tekent voor accoord, instemmend
Addo: voeg toe, voeg daarbij
Adelijck Huis: adelijk geslacht van het huis Honsteyn (Booth)
Adherenten: nauw verbonden, onafscheidelijken, medeplichtigen, aanhangers
Advenant: aandeel
Advocaet: pleitbezorger in rechtszaken
Aenwerp: aangeslibd land
Aerts-Waert: rechtsgebied van Ridder Aert Booth, verdronk in 1421
Af: van, afkomstig van
Affectie: genegenheid, gunst, ingenomenheid
Aflijvigh: overleden, dood, gestorven, de geest uit het lichaam
Albereyts: alreeds
Ambacht: burgelijk ambt, rechtsdistrict
Ambachten: gebied van regeermacht, lagere rechtspraak, schoutambacht, ambachtsheer, iemand die een ambachtsheerlijkheid bezit; rechtsdistricten
Ambachtsheerlijckheid: gebied waarover bevoegdheid geldt van de ambachtsheer
Anniversio Carthusianorum: Jaardag van de Carthuizers, monnikken orde opgericht 1048
Anno Domino: zie á
Appellacie: beroep op hogere rechtbank
Appostille: beroepsbrief, naschrift, aanbeveling toegevoegd aan een petitie/memorie
Approberen: goedkeuren, zijn zegel hechten aan, prijzen
Articule: artikel, punt, zaak, onderdeel
Artilerije: alles wat behoort tot het geschut van een leger
Asinge, Asige: hij die in het aasdomrecht het vonnis wijst
Attestatie: bewijsschrift, getuigschrift, toestemming
Attestatio: getuigenis, verklaring
Attestere: bekrachtigt, getuigt
Autaer: altaar
Authentijcke, Authentijke: oorspronkelijk, eigenhandig geschreven
`t Beleg: belegerde, omsingelde stad waar niemand ongecontroleerd in of uit kon, waarna overgave
Baanderheer: edele die het recht had zijn welgeboren mannen onder zijn banier ten strijde te voeren
Badt haer: smeekte hen
Bagijnken: eenvoudig nonnetje, pas ingetreden, lage ongehuwde stand in klooster of hofje
Ballingh: verbannene uit het land
Balliou: baljuw, rechtstreekse vertegenwoordiger van een Heer, belast met rechtspraak binnen een bepaald gebied, soort rechter
Baroen: baron
Baron: adellijk persoon, in rang tussen jonkheer en graaf
Bede: verzoek van Vorst om vrijwillige bijdrage, vrijwillige belasting
Belacht: uitgelachen, om gelachen
Beneficieren: schenken, kosteloos een dienst verlenen, gratis
Besongeren: bezigheid, zaak, affaire
Bidden: bedelen
Bij doode: opvolging door iemands overlijden, functie, titel
Bisscop: bisschop
Blauwe arduin: hardsteen, zerk
Bofte: boffen, geluk
Bootenes: Gerechtsgebied van Heer Gerard Booth
Borchtocht: borg stellen
Borge: onderpand, koop op crediet
Borgemeester: Burgermeester, Burgemeester
Bottinge, Boddinge: naam van een belasting die om de drie jaar geheven werd in de graventijd
Branche: groep, deel
Branches: groepen
Burgoensche schilden: betaalmiddel?
`t Convent: vergadering van kloostermonniken
Cannonnick: iemand die toeziet op het roomskatholieke recht
Capiteyn: kapitein, bevelvoerder over kleine legereenheid
Cappittel: college van geestelijken (kanunniken)dat gezamenlijk de zielzorg in een parochie uitoefend
Castilleyn: Slotvoogd, burchtvoogd, burggraaf
Castrum Duyvestein apud Laer: Kasteel Duivestein bij Laer
Castrum Laer ad. Poelwijck: Kasteel Laer in Poelwijck bij Dordrecht
Certificatie: schriftelijke verklaring
Clamdijc: dijk waarover geschil is
Collaterale: erfgenamen in de zijlinie
Collatie: vergelijking van geschriften met de oorspronkelijke tekst
Collatoir, Collatoor: het begeven van een kerkelijk ambt
Collegiale: met elkaar verbonden zijnde door `t zelfde
Comis: dienstvaardig, vriendelijk, behulpzaam, samen werkend
Comitis Patronilla dapifer: grafelijk (Heer) drost
Comitis filius: graven zoon
Commisie van Raets-heerschap: commissie van wijze mannen uit het stadsbestuur
Comptoiren: kantoren
Compute: computare = rekenen
Concenteren: vergunnen, toe staan
Cond: verkondigen:
Condemnatie: veroordeling
Condemneren: veroordelen
Confirmatie: bekrachtiging
Conform: overeenkomstig
Conjugis ignorantie: ..........?
Connecteren: verbinden, koppelen
Conterfeytsels: afbeeldsel, portret
Cornelis landeken: nog bestaande polder (bij Ridderkerk) genoemd naar Cornelis Booth van Barendrecht
Costumen: gewoonte, gebruik
Cureit, Cureyt: parochiepriester, pastoor
do: dochter
Dapifer comitis Holl.: Drost voor Graaf van Holland ?
Dapifer: drost, drossaart, baljuw, balliou, justitieel ambtenaar, (tegenwoordig hfd. off. van justitie in bepaald gebied, (Parket)
Data ipso Ascensionis Domino 1377: juist gegeven op Hemelvaartsdag 1377
Decendanten: afstammelingen
Decisie: besluit, beslissing, uitspraak
Defectueus: onvolkomen, met fouten
Dekens: hoofden van een kapittel van kanunniken, in orde van advocaten, geestelijke belast met toezicht over enige parochies
Delay: uitstel, belemmering, tegenspraak, rechtstermijn
Denier: penning, selverine, swarte, gouden deniers
Deriveren: afleiden van, ter zijde stellen
Dictg. of dictus: gezegd, genoemd, bedoeld
Dictis Botho: gezegd, genoemd Botho
Differentie: onderscheid
Dijckgraaf: voorzitter van het dijkbestuur, van een polder of waterschap
Dijkagie: bedijking
Dinctale: de geschreven processtukken
Dingen: rechtzitting houden
Discretie: oordeel, juistheid
Do: Doctor
Docter in de medicine: afgestudeerde in de medicijnen
Doctor: hoogste academische graad, b.v. in de rechten
Doming: verdampt, vervlogen, opgelost ?
Doteeren: begiftigen
Drough: goed mocht, sympathiek vinden, goed in de smaak vallen
Dubbeleu: dubbel, twee
Duytscher Ordre: lekenorde van het heiligland
E.d: Edele, dierbare, edelachtbare
Emesteyn klooster van: …………….?
Employen: functies, beroepen
Errore scribeatis: door een schrijffout, verkeerd geschreven
Erycius van Puteanus: oftewel Hendrik van Putten, verlatijnste naam, Dr. in de rechten en Latijns schrijver, geschiedschrijver van Koning Philips IV van Spanje
Et hic circa finem: en hier tegen het eind
Examinatie: onderzoek, verhoor
Exorbitanten: buitensporig, overdreven, te ver gaand, te veeleisend
Exorsist: geest uitdrijver, verdrijver
Extraordinaris: buitengewoon
Fabuleus, Fabulis: fabelachtig, onwaarschijnlijk, verzonnen
Familiaire: in familie verband, familie relatie
Fancijnen: schrijffout? Zie francijn.
Fleur: bloei van het leven
Fondatrice: oprichtster
Fondeerde: vestigde, richtte op, stichtte
Francijn: perkament
Frequent: regelmatig, opvaste tijden,
Fundeeren, Fonderen: stichten, grondvesten
Gaderen: vergaderen, verzamelen, bijeenbrengen
Gadergelt: aandeel in hoofdelijken omslag
Gallien: noord-west Frankrijk
Garden buiten gorren: buitendijkse schorren de vette kleilaag, was belangrijk voor bedijking
Gauste: slimste, vluchtste, snelste, handigste, voortvarendste
Geallieerd: verbonden
Geapprobeerde, Approberen: goedkeuren, zijn zegel er aan hechten
Geauthentiseerde: voor echt verklaarde
Gebleven: gesneuveld, omgekomen
Gecommitteerde: gevolmachtigde, lid van een dijk- of polderbestuur
Gecompareerd: verschenen voor, b.v. notaris, rechter
Geconsenteert, Concenteren: vergunnen
Gedeckt: bedekt, gekleed
Gedefereert(de): degene aan wie het afleggen van een gerechtelijke eed door de tegenpartij is opgedragen
Geeligeert: uitstoten, uitgestoten
Geexamineert: beproeft, onderzocht
Gehenghen: toestemming, macht
Gehouwen op: uitgekapt in steen, grafzerk
Gejustieerd: onderzoeken op juistheid
Gelden: betalen, opbrengen, waard zijn, kosten
Gembloers: Gemblours bij Namen (B), ook Gembloux, Gemblacum aan de rivier Orneau
Gemeenlick: doorgaans, in het algemeen, of gezamenlijk
Gementioneert: genoemd
Genealogie: geslachtsoverzicht, geslachtskunde
Geordineert: verordend, vast- of instellen
Gepracticeerd: in de praktijk gebracht, uitgevoerd, beoefend
Geprocreert: verwekt
Gepromoveerd: bevorderd tot de doctorsgraad
Gerecoleerde: oogsten (frans), herinneren (engels) ?
Gereformeerd: gevallen, behoord hebben tot
Geritieert: beperkt, verkeerd, onjuist
Geseponeert: terzijde gelegd
Gesyet: gezegd, genoemd, genaamd
Gheconstringeert, Constrent: dwang, gebod
Gheextraheert: er uit gehaald, uittreksel
Ghelandt: eigenaar van een stuk land
Ghelooven, Gelof: openlijke bekendmaking, goedvinden
Ghemeen: gezamenlijk, gemeenschappelijk, samen, gewoon, eenvoudig
Ghepilleert: geplunderd
Gheslaghen: gebaand, effen, van wegen
Ghestoelt: tot onderhoud aangewezen dijkvak
Ghevolgh: het met een ambacht verbonden rechtsgebied
Ghyzell: gegijzeld, van vrijheid beroofd
Gilden: genootschap, vereniging van hetzelfde (ambachtelijk) beroep
Gnos inter: ... tussen
Goed vier makende: het vuur flink opgestookt
Goede luyden: burgers van aanzien, zonder blaam
Gonnen: gunnen, vergunnen, toestaan
Graaf van Bossu: Geuzen hooftman
Grietman: overheidspersoon, soort plattelands burgemeester
Gulde: gouden, verguld (vergoud)
`s Heerenwegen: vanwege of door de Heeren aangesteld
`t H. Roomse Rijk: het Roomse, Romeinse Rijk
`t Huis te Duyvensteyn: kasteel bewoont geweest door het adellijk geslacht Booth (Boot) gelegen te Laer bij Poelwijck, nu in de gemeente Dordrecht. Het kasteel is met de Elisabethsvloed verwoest in 1421. Ridder Aert Booth verdronk toen met vijf kinderen, vier waren elders en overleefden
Haghe: Den Haag
Hantvest: stuk van landsheer waarbij rechten worden vastgesteld of verleend, akte, oorkonde
Hart weder: slecht weer
Heere van Yselsteyn: o.a. Gijsbrecht van Amstel
Heere: aanzienlijk, machtig persoon, landsheer, eigenaar van een heerlijkheid b.v. Barendrecht
Heerlijckheit: gebied van een heer, thans nog een goed aan het bezit waarvan een titel en sommige rechten verbonden zijn
Heervaart: krijgstocht, expeditie, opbrengst in geld om kosten krijchsmacht te betalen
Heerwegh: Legerweg, soort Rijksweg uit Romeinse tijd.
Heiligen Bergh: Amersfoort, klooster.?
Hellebardiers: soldaten met hellebaarden gewapend, steek- en houwwapen op stok
Hemi: halve, half
Herades-Waert of Gerards(Booth)- Waert, Harts, Herts-Waerde: verdronken Waert of Botenes genoemd; Rechtsgebied van Ridder Gerard Booth
Hert: hart
Hertogh: aanvoerder van de heerban in een Frans gewest, hoge adelijke titel, burgerlijk bestuurder met vrijwel onafhankelijk gezag
Hertswaerden: Ambacht Hartswaarde, Herades-Waert, Gerards waarde, ook Botenes genaamd, rechtsgebied van ridder Gerard Booth, verdronken Waert?
Heude: rondgebouwd platboomd binnenvaartscheepje. De aanroepkreet hoy, hoei of het Zeeuwse heu, zou zijn herkomst hiervan kunnen hebben
Hierrusalem: de bedevaartsplaats Jeruzalem
Hijtgesondert: uitgezonderd, behalve
Hoefgelt: belasting omgeslagen over de hoeven of boerderijen
Hoefslach: deel kade, dijk, weg met onderhoudsplicht, naar den hoeven (boerderijen) berekend
Hoenre: bezigheden
Honsteyn in Hartswaert: kasteel, versterkt gebouw, ook hier woonden Booten ?
Honts-dagen: Sterrenbeeld Sirius (hond) van 19 juli t/m 18 augustus
Hooftman: als hopman, leider van een groep militairen
Hopman: hoofdman over een vendel of een compagnie bereden troepen (te paard)
Hopman: vaandrig, kornet, bij bereden onderdeel of afdeling paarden
Hove Provenciael: provinciale staten
Huys: hoenre: huishuur?
I
In `t gescheyt: op de grens, op de scheiding
In koere geleyt: kan te maken hebben met keurmerk of gekeurd worden, zijn. Door stadsbestuur genomen besluit bij stemming
Induceren: het plaatsen op de index, aanwijzen, aanduiden, inhoud
Inductie: invloed
Inhibitie: akte van een rechter waarin hij verklaart dat iemand zich onder zijn rechtsmacht heeft gesteld, en waarbij dus aan andere rechters verboden wordt zich rechtsmacht over hem aan te matigen
Innocent: onschuldig, onwetend
Insinuatie: aantijging, gerechtelijke aanzegging
Insinueren: gerechtelijk betekenen
Interrogatorie: lijst van vraagpunten om daarop de andere partij te horen
Jesewuijt: Jezuïet: lid van de geestelijke orde van Jezus, gesticht door Ignatius van Loyola
Johan van Beverwijck: arts, schepen te Dordrecht, auteur van de Beschrijvinge van Dordrecht, zijn vrouw Elisabeth de Backer komt uit Zierikzee, haar vader Willem de Backer is Schepen
Jurisdictie: rechtpleging
k.k.: kleine kinderen
Kas, Cas: geval, zaak
Keel: kleur rood in de heraldiek (wapenkunde)
Kerkmeester: lekelid van een kerkbestuur, kerkopziener, kerkvoogd
Kerspel: parochie, kerkdorp
Kerve: eenheid in belasting aandeel
Keur, Core: wet of hantvest van landheer voor bepaalde plaats
Keuren: merken, stempels, bewijs van echtheid
Keves: kindt: buitenechtenlijk kind, onecht kind
Kinderbedde: kraambed, bij bevalling, geboorte
Knape, Cnape: schoutendienaar, dienaar, knecht, vrij geboren jongeling die tot Ridder geslagen kon worden na opleiding
Lacy: helaas
Laer Ambacht: hier in Poelwijck, ligt bij Dordrecht (mogelijk de plaats waarvan Gijsbrecht [Giselbrecht] Bothensoon (1123+) Heer was, zijn vrouw Gerpirg, zijn kinderen Gerard Botho, Hofmeester voor de Graaf van Holland, Aarnt(Aernoud) Proost van het Kapittel van St. Marie in Utrecht en Badeloch die gehuwd is met Egbert van Amstel, zoon van Wolfgerus van Amstel
Lager stondt: ondertekent, hierna volgt, hieronder staat
Landen: palen, aangrenzen
Landpoorter: paalburger (binnen een afgepaald gebied vert.)
Leen-opvolger: leenroerig, rechten op het Leen van de Leen-man konden overgenomen worden bij vererving door het Leen te verheffen
Leenregister: register van Leen-mannen en Leen-Heren
Leenvolgers: leenroerig, rechten op het leen van de leenman konden worden overgedragen bij vererving door het leen te verheffen
Liberteyten: privileges
Licentiaat in beide rechten: afgestudeerde, kerkelijk recht, staatsrecht, strafrecht, burgerrecht
Licentiaet: bezitter van een academische graad die het recht gaf tot lesgeven
Licinris: .....?
Lien: lenen, in leen geven
Lieuten`t : luitenant, lagere officier in leger
Lin: regel
Linie: geslachtslijn b.v 1e lijn ouders/kind, 2e lijn broers/zussen
Lougen: lachen, lachten
Luitnt Generaal: hoge militaire rang, plaatsvervanger van een generaal
Made: landmaat
Magistraat: rechterlijk ambtenaar
Mans-oiren: zonder erfgenamen van manszijde, uitgestorven tak
Mansoir: iemands afstammeling in rechte lijn, oudste zoon
Maria Trajectens: bedoeld wordt het kapittel van St. Marie te Utrecht
Medicijns: docters, artsen
Memorien: geschiedschrijving
Mergen en Roeden: grond oppervlakte maten
Mergen lants: 1 mergen, zoveel als toen voor de middag geploegd kon worden, ong. 1 ha is 10000 m2
Meyninge: wil, wens, bedoeling, mening
Miles dictus: soldaat voornoemd, gezegd
Ministeriali: dienstman voor groepen van personen die gehouden waren tot diensten voor een heer
Minjon van `t Hof: ambassadeur van ander land
Moeyen-sone: aangenomen kind, opgevoed door een moei, (op)voedster, zoon van tante, neef
Naer-gelaeten: als nazaat, als opvolger
Nagelen door: doorzeven met kogels, lek maken
Namptissement: het geven van onderpand ter voorloopige bevrediging
Nasaet: nageslacht, afstammeling
Nawijff: tweede vrouw na overlijden eerste
Neringe der Stede: de bedrijven in of van de stad, neringen en ambachten (handwerkberoepen)
Nobel: edel, naam van gouden munten
Nobelen: gouden munten, rozenobel, edel in zedelijk opzicht, nobel karakter, edel, statig
Nochteren: nuchter, zonder drank in zich
Norijnland: Noord-Rijnland in Duitsland?
Nuntio: verkondigen, melden, aankondigen, berichten, bevel overbrengen
Nupta: echtgenote, vrouw, bruid, verbonden met
`t Oirconde: oorkonde, officieel stuk (werden ook valselijk gemaakt)
Occasie: bij gelegenheid, op geschikte tijd
Octroyen: machtiging tot een handeling
Oemelingen: zij die van het geslacht Oem(s) of Ooms zijn (Barendrecht, Dordrecht enz.)
Offisien: beschermer van de geloofsleer, Heilige Officie
Oik: ook
Oir, Oor: erfgenaam, iemands afstammeling in rechte lijn, als rechtsterm, bij afwezigheid van het mannelijk-oir, uit de oudste zoon gesproten, gaat de kroon over op diens broeders of hun mannelijk oir
Oirbaer: eerbaar
Ommeslaghen: aandeel in een belasting
Onbegeven: niet aan iemand geschonken, niet uitgehuwelijkt, onbezet, onvolwassen
Ondergeslagen: verdwenen, ontvreemd
Ongehijlickt: ongetrouwd, ongehuwelijkt
Ongerasieerd: ongezuiverd, ongekuist, ongecensureerd, ongeschoren
Ongewedde: niet verpand
Ontfanger Generael: belasting inspecteur?
Ontfaugh van Dijkagie: verval, slechte staat, treurige toestand
Op Alm: Alm is een kleine rivier in Brabant, Op Alm? Almkerk, Almmonde, Almonde
Opper dijckgraef: directeur waterschap
Orde: genootschap
Oud tafereel: schilderij, afbeelding
Outraden: commissie van wijze mannen?
Outraedt: lid van commissie van wijze mannen, oudraadsleden?
Overghemerckt, Overgemerct: in aanmerking genomen
Pag.: pagina, bladzijde
Palende: grenzende aan, de grenspaal, gelegen aan
Parochie Papen van Hartens-weert: Parochie broeders R.K.
Particulariteijten: datgene waardoor iemand zich onderscheidt
Patroon, Patrone: beschermer, pleitbezorger
Payement, Paeyement: betaling, verdiend loon
Pene: straf op overtreden politieverordening, straf, geldboete
Peremptoir: afdoend, beslissend
Pertinent: waarachtig, zeer zeker
Phlegethon: helse rivier van kwaad, verderf (Griekse mythologie)
Pochet: te hoog opgeven, snoeven, grootspreken, poogt, probeert
Poelwijck: bij Dordrecht, omgeving Puttershoek/`s Gravendeel is nog een Huis "Poelwijck"
Pot: pael: grenspaal op de banscheiding
Praepositus: proost van een kapittel, zowel geestelijke als wereldlijke macht
Predicant: dominee, voorganger
Prefigureren: doelen op, voorbeduiden
Prejudicie: vooroordeel, nadeel, schade, afbreuk
Prejudicieel: geschil dat opgelost moet worden, voordat men tot berechting van de hoofdzaak kan komen
Presidents van Hollant:
Priester: r.k. functionaris die belast is met het opdragen van offers
Princelant: bij Dinteloort, oud-Prinselantpolder
Principale: wat de hoofdzaak van een geding betreft
Prior: kloosteroverste, hoofd van een mannen klooster
Priorye: klooster onder bestuur van een prior en de daarbij behorende kerk
Priscorum Bothonum triadis tris opposita mytologorium commentis (of triades tres mythologorum/opposita commentis): drie drietallen van Boothen opgesteld tegenover de commentaren van de mythologen)
Privilege: verleend bijzonder recht, handvest genoemd
Privilegien: rechten
Procuratie: volmacht
Pronuntia: uitspraak
Proosdije: waardigheid, functie plaats of gebied van een proost
Geen woorden met de beginletter `Q`
`t Rijs-schip: op 6 april 1481 werd in Dordrecht door Jan van Egmont, die de Stadt met een rijs-schip gewonnen hadde (schip ogenschijnlijk geladen met rijshout), Burgemeester Gilles Adriaensz dootgeslagen. Hij was van de Hoekckse partije
Raed ter Admiral: waarschijnlijk adviseur der zeemacht, er waren vier admiraliteiten
Raedsheer: zie Raedt
Raedt ende Thesaurier generael: ontvanger, hoofdinspecteur der belastingen, griffier
Raedt in den Hove: deelnemer rechtscollege, hoogste rechtsinstantie het Hof van Hollant
Raedt-extraordinaris: buitengewoon hoogleraar
Raedt: raadsheer, lid van een raad, gerechtshof, of de Hoge Raad
Rechten beide: kerkelijk en wereldlijk recht
Recognitie: betaling, contributie
Recollectie: afzondering
Regard: acht slaan op, met in achtname van
Regulieren: regelen
Rekenmeester: ambtenaar belast met controle op overheidsfinanciën, rentmeester, accountant
Religieus: kerkelijk, behorend tot een kerk of parochie
Religieuse: non
Rentmeester Generael: griffier?
Rentmeester: hij die voor een eigenaar een goed beheert en administratie voert, rente en pacht int en afdraagt, hoofd van de rekenkamer
Reproberen: verwerpen
Requirant: hij, zij welke recht eist
Requisitoir: openbare aanklacht met eis
Reyse, Reise: keer, maal
Ridder sloegh: klap met vlakke kant van een zwaard op schouder van geknielde Knape
Ridder: man die door ridderslag is opgenomen in de ridderstand, opgenomen in een orde b.v. Maltezers
Riemtal: belastingplicht, die bij "riemtalen" geind wordt, verplicht aantal te leveren roeiers
Rijkelijck gegoet: ruim van aardse goederen voorzien, veel bezittingen hebbend
Royeren: lidmaatschap ontnemen, uitsluiten van deelname, schrappen
Ruyght: ruigte, begroeiing, bosjes
`t Spatium: ruimte tussen de regels door, kantlijn
Sabele velt: zwarte achtergrond van een wapenschild (heraldiek)
Salva approbatione: behoudens goedkeuring
Salva: behouden
Schaer: grondoppervlak nodig voor voedsel van één dier, oppervlaktemaat t.b.v. belastingheffing
Schepen: een met rechtspraak belast lid van het stadscollege, vroedschap
Scheyden: gingen uit elkaar, ging ieder zijns weegs
Schilt-knape: adellijke jongen die onder leiding en in dienst van een ridder zijn opleiding tot krijgsman kreeg
Schilt: naam van gouden munt van verschillende waarden
Schilttalen: naar verhouding belasting aanslaan
Schot, Schotbaer: belasting, belastingschuldig
Schroit-Ambacht: het ambacht om zwaar materiaal te vervoeren, soort transport bedrijf
Secreten Raedt te Brussel: geheim college te Brussel
Sen: .......... ?
Sententie: uitspraak, vonnis
Setten: verplichten
Seven: Een van de zeven naast: gelanden die geroepen werden tot een "seventuuch"
Seventuuch: zie ook seven, in dijkzaken waardoor dijklast aan iemand wordt aangewezen
Silver Baren-steel: heraldische term
Slechte ouders: eenvoudige ouders
Sleept den siecke wech: leid tot de dood
Slissen: blussen, sussen
Sombria: Graafschap in Oostenrijk, bestuurd door de Graven Boot
Sombriach: Graafschap in Oostenrijk bestuurd door de Graven Boot, een springend hert als symbool in familiewapen voerend
Son: .......... ?
Sonder Oir, zonder erfgenaam, opvolger, nageslacht
Sottelijjk: niet wijs, ondoordacht, onverstandig
Spade-stekinghe: afzien van, het opgeven van iets, kwijtschelden
Spoeyen: spuien, regelbare waterdoorlaat
Spranck: sprong overeind, opspringend
Staet gekomen tot: tot aanzien, hogere kringen, stand, voornaam geworden, welgesteld, betekenis
Stamboecken: benaming voor boeken waarin genealogieën vermeld staan
Stamhuis: ouderlijk huis van het gaslacht Honsteyn afkomstig uit Hoogh-Duitsland (Norijnland?)
Stamme: geslacht
Stapel: tolrecht, belasting
Staten Generaal: regerende partijen
Steerte: er onderuit hangende staart van lint waarop de lak of wasch-zegels werden gestempeld (de staarten werden vast genaaid aan de onderkant van het perkamenten certificaat met een dwarslint)
Stenende: kreunende, misbaar makende
Stiermarck: Stiermarken Duitsland/Oostenrijk
Stoel van: vanaf de preekstoel, de kansel, katheder
Stoelen, Stolen: verdelen in dijkvakken
Stoelinge, Stolinge: het "stoelen" van een dijk
Struyken: de zeilen strijken, reven, inhalen
Subtijlheden: sluwigheden
Succesine: opvolging, overdracht, overname
Supra: boven, hoger, eerder
Surpasseren: b.v. akte laten passeren
Sweerd-zijde: zwagerszijde, de aangetrouwde zijde, schoonfamilie
Synode Nationaal: Nationale Synode 1618-1619 de Synode van Dordrecht, later Algemene Synode, kerkelijk congres, protestant
Taefelen van de denne: soort dekluiken op schragen? valstrik, kuil in dit verband
Teelten: loten, stemmen, verkiezen
Tijns, Cijns: pacht, verplichting, schuld
Torven: turven of zoden
Tresorier: ontvanger, fiscus, griffier, comptabele
Troubel: probleem, moeilijkheid, oproer, onrust, beroering
Turbel: troebel, onhelderheid, belemmering, beroering
Twee mans talen : het verhaal van de één en het verhaal van de ander, in rechtspraak aanhoren
Twee quartieren: tweemaal één vierendeel, twee kwart delen, heraldische term
Twy, Twi, Twie: twist, geschil, onzekerheid
U.E.: uwe edele
U.L.: u lieden, u lieven
Uijtschriften: afschriften, kopieën
Usantien, Usance: gewoonte, gebruik
Uti: zoals, opdat, zodat
Uytheemsche: buitenlandse
Van de Veertigen: soort gemeenteraad?
Van den Achten: soort B&W ?
Vandt: vond, vindt
Veeren-ambacht: bij Ridderkerk, Ambachtsvrouwe was Lijsbeth Oem van Barendrecht
Veraftert: benadeeld, achtergesteld
Verdronken-Waert: Heradus-Waert, Harts-Waerde, Gerards-Waerd, Botenes, rechtsgebied van Ridder Gerard Booth
Verifiëren: natrekken, vergelijken of iets juist is
Vermangelinge: vermenging, gemengd zijn met, ruiling, verkaveling
Vervaert: bang, angstig
Veynsden: deden alsof, speelden toneel
Vicarie: goederen van kerkelijke oorsprong, vroeger bestemd voor de opleiding van priesters
Vicaris generael: helper en plaatsvervanger van een bisschop
Vidimus, Vidimusbrief: Akte waarbij een gezaghebbend persoon onder zijn zegel verklaart een oorkonde gezien te hebben (door welke verklaring hij de inhoud ervan erkent)
Vierschare: grafelijk gerechtshof
Vinnende: vleugels kortwieken, zodat ze niet weg kunnen, klein houden, kort houden
Visiteren: onderzoek doen inspectie, onderzoek vanwege kerkelijke of overheidspersonen
Voirhueden: verhoeden, behoeden, bestrijden, voorkomen
Voirz.: zie boven, voorzegde, voornoemde
Voorwaerdigh: zeker zo, waarachtig
Voorz.: eerder genoemd, voornoemd, voorzeide
Vroedschap: onbepaald getal rijkste en wijste ingezetenen om Schout en Schepenen te adviseren
Vroedschap: stedelijke regering in de Republiek, raad, gemeenteraad
Vroon, Vrone: Domein, viswater, heerlijke rechten, beslag,
Vyerschaer: Vierschaar, rechtbank
Wan: werf: zuiverende, ordenende gerechtszitting
Wan: won, gewon, kreeg
Wapenen: familiewapen
Wapentuyr: kapitein, bevelvoerder over kleine legereenheid
Wassijn: van was gemaakt
Watervloet groten: Elisabeths vloed 1421, ontstaan van de Biesbos, ondergang kasteel Duyvensteyn
Wedde: pand, borg, bezoldiging
Weddens: loon, salaris
Wettige-Oir: wettige erfgenaam
Yet: iets
Geen woorden met de beginletter `Z`
Tekstpagina: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 + woordenlijst.
![]() |
![]() |