bel

bel

bel

Huis Bellevue-Tesselschade Alkmaar

Huis_Bellevue_Tesselschade

Huis Bellevue-Tesselschade in Alkmaar
25 januari 2010

Over averij bij Texel en buxusheggen

Het is maandag 25 januari 2010. Onze reis brengt ons vandaag bij een pand met een mooi uitzicht. Door de eeuwen heen heeft dit pand vele verbouwingen en uitbreidingen gekend. In 1786 kocht de Alkmaarse schepen (= openbaar bestuurder op plaatselijk niveau) baron Du Tour het huis, inclusief grote tuin, paardenstal en koetshuis. Kort na aankoop kreeg het de huidige gevel. In het in hout gesneden bovenlicht komen attributen voor van de visvangst: twee vissen met een fuik, een anker, een boothaak en een vissersbijltje.

Het pand dankt zijn dubbele naam `Bellevue-Tesselschade` aan een vergissing. Oorspronkelijk heette het Bellevue, vanwege het mooie uitzicht. In 1871 krijgt het pand door de toenmalige bewoner de naamsteen `Tesselschade`. Hij is in de veronderstelling dat Maria Tesselschade Roemer Visscher (beroemde dichteres en graveerster 1594-1649) hier zelf heeft gewoond. Het is echter haar zus Anna geweest die hier met haar echtgenoot Dominicus Boot van Wesel woonde.

De naam `Tesselschade` dankte Maria aan het feit dat haar vader, de beroemde rederkoopman Roemer Visscher, drie maanden voor haar geboorte voor de kust van Texel in een storm twintig beladen schepen had verloren.

Achter het pand ligt een grote, mooi aangelegde formele tuin in Franse stijl (symmetrische opzet en strakke buxusheggen). Voorbeelden van deze stijl zijn de tuinen van Versailles en in Nederland die van Paleis `t Loo.

Bron: http://www.ditisalkmaar.nl/foto/bellevue_tesselschade R.Sierag en E.M.Schipper


Anna Roemersdr. Visscher (1584-1652)

Huis_Bellevue_Tesselschade.02a

Bron foto: `Gedichten van Anna Roemersdochter Visscher` van Riet Schenkeveld-van der Dussen en Annelies de Jeu


Anna Roemers(dochter) Visscher (Amsterdam 2 februari (?) 1583 – Alkmaar 6 december 1651) was een Nederlands dichteres en glasgraveerster.

Ze was de oudste dochter van Roemer Visscher en zuster van Maria Tesselschade Roemers Visscher. Zij ging op 17 januari 1624 in Amsterdam in ondertrouw met Dominicus Boot van Wesel, die tot een Dordts geslacht behoorde. Hij werd toen benoemd tot dijkgraaf en baljuw van de pas ingedijkte Wieringerwaard. Het echtpaar vestigde zich aldaar, maar de jonge vrouw was te Alkmaar, toen in 1625 haar oudste zoon geboren werd, en in 1626 in Den Haag, bij de geboorte van het tweede kind. Zij onderhield intensief contact met de Spaans gebleven gewesten, waar ook haar zonen op een Jezuïetenschool te Brussel opgeleid werden.

In 1646 werden beide zonen, Romanus (1625-1701) en Johannes (1626-1647), studenten te [[Universiteit Leiden|Leiden; ook de 60-jarige vader, die met zijn jongste zoon Hagenaar genoemd werd, liet zich inschrijven en het huisgezin, waarvan Anna Roemers eerst uitdrukkelijk in het album als het hoofd vermeld wordt, woonde toen tijdelijk in det huys van Anna van Kooten. Hieruit blijkt dat Anna geen weduwe was, zoals vroeger werd opgegeven. Johannes overleed in 1647, Roemer (Romanus) promoveerde en woonde later in Den Haag. Anna vestigde zich andermaal te Alkmaar en overleed er op 6 december 1651. Zij werd op 11 december bijgezet in een graf `op het koor` van de Grote of Sint-Laurenskerk. Op de aanwezige zerk is alleen nog een uitgekapt medaillon te zien.

Zij bezorgde een uitgave van Roemers Sinnepoppen, vertaalde de Honderd Christelijke Zinnebeelden van Georgette de Montenay (door Van Vloten uitgegeven naar het handschrift van Schinkel, s-Grav. 1854) en schreef enkele gedichten.

 

stuurlinks stuurrechts
.