bel

bel

bel

Bote Hermann

Hermann Bote – geestelijke vader Tijl Uilenspiegel

De Nederduitse ‘Dyl Ulenspeghel’ is omstreeks 1500 in het brein van de stadsschrijver Hermann Bote ontstaan. Dyl Ulenspeghel is een brutale schurk, die de regels van de opkomende burgerij systematisch met voeten treedt en de wereld op zijn kop zet. Met deze figuur wil de sociaal-conservatieve Bote een waarschuwende spiegel voorhouden: doe niet als Ulenspeghel! Het werk van Bote wordt gedrukt in Straatsburg.

Bote Hermann.02

Titelblad van het oudste Duitse volksboek Uilenspiegel uit 1515

Bote Hermann.01

Afbeelding Uilenspiegel uit 1519

Deze middeleeuwse Ulenspeghel verschilt op veel punten van de latere negentiende-eeuwse roman: de politieke en de maatschappijkritische dimensie ontbreekt en de humor is veel platvloerser, op het vulgaire af. Zijn naam verklaart zijn talent mensen voor de gek te houden. De uil was toen nog een symbool van domheid. Vandaar dat er op schilderijen van Jheronimus Bosch bij domme personages vaak een uil te zien is, vergelijk ook het woord `uilskuiken` en de Vlaamse uitdrukking "het is nogal een uil" (het is nogal een domkop). De spiegel fungeert als ding waarin mensen zich zien zoals ze zijn: "zo dom als een uil". De schalkse Dyl laat de mensen zien zoals ze zijn, zonder enige schroom.

Het boek vormde de basis voor vele volksverhalen uit de zestiende eeuw over dezelfde personage: Tijl Uilenspiegel. Het raakt in Antwerpen en de Nederlandse bewerking verspreid over heel Europa. De prozadruk kent een geweldig succes: het werk wordt vrijwel ononderbroken herdrukt. De scherpe kanten van de duivelse schalk worden afgevlakt tot schelmstreken en een guitige grappenmaker.

Heel lang ging het volksboek door voor een anoniem geschrift. Men wist dat het in Braunschweig was ontstaan (per slot van rekening lag Tijls geboorteplaats op nog geen twintig kilometer van de stad), maar het duurde nog tot 1892 voordat een wetenschapper durfde te opperen dat het geschreven was door Hermann Bote, de ‘begaafdste dichter van de 15de eeuw’, stadsschrijver van Braunschweig en bovendien auteur van verschillende werken waarin lagere burgerij ervan langs kreeg. Het bewijs kwam nog eens tachtig jaar later. Een Zwitserse puzzelaar, die ook al had ontdekt dat de beginkapitalen van de 96 hoofdstukken vier keer achter elkaar het alfabet doorliepen (van A tot Z, min de X), kwam erachter dat eerste letters van de laatste zes historiën de naam ERMAN B vormden. Kennelijk gebruikt Bote graag een acrostichon in zijn gedichten.

Een acrostichon (ook: naamdicht of lettervers) is een gedicht waarvan bepaalde, meestal de eerste, letters van iedere regel of strofe, achter elkaar gelezen zelf ook een woord of zin vormen. Betreft het niet de eerste, maar de middelste letters, spreekt men ook wel van een mesostichon. Het woord acrostichon is een samenvoeging van de Griekse woorden akros (uítstekend) en stichos (rij, vers).

Bron: Wikipedia 

Wie was eigenlijk de auteur van de eerste Tijl Uilenspiegel?

Hermann Bote of Hermen Bote is vermoedelijk rond 1467 in Braunschweig geboren en rond 1520 gestorven. Tijdens zijn werkzame leven is Bote een douaneklerk en daarnaast een Midden Nederduits kroniekschrijver, schrijver en auteur van politieke pamfletten.

Herman Bote, een zoon van de Braunschweiger meestersmit Arnd Bote tevens raadslid van de Weichbild Hagen, kan vanwege een handicap het beroep van zijn vader niet uitoefenen en wordt in plaats daarvan opgeleid tot stadsbeambte. Hermann Bote wordt voor het eerst vermeld in de gemeentelijke boekhouding van de oude binnenstad van Braunschweig waar hij tot 1488 als douane- en accijnzenschrijver heeft gewerkt. In dat jaar moet hij de stad voor een paar jaar verlaten omdat hij tijdens een burgerlijke opstand een aantal politieke schotschriften schrijft over een Braunschweiger wethouder (Ludeken Holland). Gedurende die jaren is Bote vermoedelijk in dienst van een gemeentelijke lagere rechter die in het Braunschweiger landgebied werkzaam is. Van 1493 tot 1496 wordt hij vermeld als administrateur in het raadhuis in de ouden binnenstad Braunschweig en in 1497 weer als stedelijke douaneklerk ingezet. In 1513 wordt Bote vanwege hernieuwde onrust weer ontslagen en gedetineerd. Een hem reeds opgelegd doodvonnis is op het laatste moment geannuleerd en in een huisarrest omgezet. Na de onlusten is Bote van 1516 tot zijn vermoedelijke dood in 1520 opgenomen als hoofd van de stedelijke Ziegelhofes (herbergen). Bron: Wikipedia

Bron: Wikipedia 

stuurlinks stuurrechts