bel

bel

bel

Confrerie Brugge

De Confrerie van het Heilig Bloed

Overgenomen van www.letterswerve.be/text3.html met toestemming van Jacques De Groote, waarvoor onze dank.

De Confrerie van het Heilig Bloed werd opgericht rond de relikwie van het bloed van Christus, dat in de periode dat Boudewijn IX, graaf van Vlaanderen, keizer van Constantinopel was geworden in het begin van de 13de eeuw naar Brugge werd gebracht en waarrond een grote verering ontstond en nog altijd bestaat. Een hoogtepunt van het Brugse leven is nog altijd de Heilige-Bloedprocessie, die ieder jaar door de Brugse straten trekt.

Een interessant heraldisch element in het museum van de Confrerie van het Heilig Bloed is het schilderij van Pieter Pourbus: Twee luiken met de portretten van de leden van de Confrerie van het Heilig Bloed (1556).

Op dit schilderij staan de leden van de Confrerie uit die periode afgebeeld, met rond het schilderij, op de omlijsting, de wapens van die leden.

Wapenpaneel_links

Van achter naar voren - van link naar rechts:
Passchier de Pape;
Jan van den Heede, Lodewijk Thiery, Baudouin van Vergeloot;
Andreas van den Berghe, Maarten Lem, Jan van Wyntere, Anselmus de Boodt, Cornelis Breydel;
Juan Perez de Malvenda, Pieter Anchemant, Pieter de Vooght, Jan Breydel;
Jacob van den Heede, Jacob Despars, Jan de Boodt

Wapenpaneel_rechts

Van achter naar voren - van links naar rechts:
Jacob II de Boodt, Jan de Boodt, Jan Dominicle; Andreas Lootyns;
Pieter de Boodt, Sebastiaan van den Berghe, Jan Wyts, Filips Dominicle, Gillis Wyts;
Jan van den Berghe, Jacob Nieulant, Judocus de Boodt, Filips van Steelant;
Jacob I de Boodt, Ferdinand van Merendre, Pieter van Vyven.

De wapens op de omlijsting zijn de volgende (op het linker luik, van rechts boven vertrekkende en op het rechter, van links boven):

01 Jan de Boodt
In zilver een keper van sabel, vergezeld van drie boten van sabel.

02 Ridder Jan Despars
Gevierendeeld: 1 en 4 in goud drie banden van azuur en geblokte zoom van keel zilver en azuur; 2 en 3 in zilver een band van keel beladen met drie ringen van goud; over alles heen in keel een eenhoorn van zilver.

03 Jacob van den Heede
In goud een band van sabel, beladen met een wassenaar van goud en drie schelpen van zilver; in schildhoofd het vrij kwartier gevierendeeld: 1 en 4 in goud een kruis van sabel, 2 en 3 in keel een schuinkruis van zilver; over alles heen, in keel een keper van zilver.

04 Jan Breydel
In keel drie paardenkoppen van zilver, gebreideld van azuur en goud, geplaatst 2 en 1, in het hart een klok van goud.

05 Pieter de Vooght
In goud een hoekige faas van keel vergezeld in het schildhoofd van twee dubbele adelaars van sabel; in de schildvoet van een dubbele adelaar van hetzelfde.

06 Pieter Ancheman
In azuur drie garven van goud, geplaatst 2 en 1.

07 Jan Perez de Malvenda
Gevierendeeld: 1 en 4 in keel een toren van goud; 2 en 3 in azuur een leliebloem van zilver; met een zoom van azuur beladen met zeven schelpen van zilver.

08 Cornelis Breydel
In keel drie paardenkoppen van zilver gebreideld met goudbeslagen gareel van azuur, geplaatst 2 en 1; in het hart een dolfijn van zilver.

09 Anselmus de Boodt
In zilver een keper van sabel beladen met een schelp van goud, vergezeld in het schildhoofd van twee boten van sabel, in de schildvoet van een boot van hetzelfde.

10 Jan van Wyntere
Doorsneden: 1, in goud twee merels van sabel; 2, in azuur drie munten van zilver.

11 Maarten Lem, de jonge
Gevierendeeld: 1 en 4, in zilver drie merels van sabel; 2 en 3 in keel vijf schelpen van goud; over alles heen, in goud drie banden van azuur beladen met een vrijkwartier van zilver, een geblokte zoom van goud en azuur.

12 Andreas van den Berghe
Gevierendeeld: 1 en 4 in goud een band van keel, beladen met stappend rund van zilver; 2 en 3 in zilver een klimmende leeuw van sabel; over alles heen, in zilver een keper van keel, het schildhoofd van sabel beladen met twee wassenaars van goud.

13 Boudewijn van Vergeloot
Gevierendeeld: 1 en 4 in goud twee palen van keel, het schildhoofd van azuur beladen met drie geankerde kruisen van goud; 2 en 3 in keel een klimmende leeuw van zilver, gekroond van goud.

14 Lodewijk Thiery
In zilver een keper van sabel, beladen met drie sterren van goud; vergezeld in het schildhoofd van twee merels van sabel; in de schildvoet van een roos van keel gestopt van goud.

15 Jan van den Heede
Gevierendeeld: 1 en 4 in goud een band van sabel, beladen met wassenaar van goud en drie schelpen van zilver; in linkerbovenhoek schild of vrijkwartier van nr. 3; 2 en 3 in goud drie banden van azuur.

16 Jacobus de Boodt
In zilver een keper van sabel beladen met klaver van goud, vergezeld van drie boten van sabel.

17 Meester Ferdinand van Merendre
In azuur drie eikels van goud, de steel naar beneden gekeerd, geplaatst 2 en 1, in het hart een eend van zilver.

18 Pieter van Vyven
In goud een keper van sabel, vergezeld van drie vijfpuntige sterren van sabel.

19 Jan van den Berghe
In goud een band van keel, beladen met een stappend rund van zilver.

20 Jacobus Nieulandt
In zilver beurtelings gekanteelde faas van keel.

21 Meester Joos de Boodt
In zilver een keper van sabel, beladen met een ster van goud, vergezeld van drie boten van sabel.

22 Filips van Steelant
In zilver een keper van keel, een uitgestulpt boordsel van hetzelfde.

23 Pieter de Boodt
In zilver een keper van sabel beladen met een zon van goud, vergezeld van drie boten van sabel.

24 Sebastiaan van den Berghe
In goud een band van keel, beladen met een ster van goud en een stappend rund van zilver

25 Meester Jan Wyts
In zilver een faas van keel, vergezeld in het schildhoofd van twee hoorns van sabel, beslagen met goud en gesnoerd van azuur; in de schildvoet een hoorn van hetzelfde.

26 Filips Dominicle
In azuur een faas van zilver, beladen met schild van sabel met een lelie van goud, vergezeld van drie motten van zilver, geplaatst 2 en 1.

27 Meester Gillis Wyts
In zilver een faas van keel, beladen met een lelie van zilver, vergezeld in het schildhoofd van twee hoorns van sabel, beslagen van goud en gesnoerd van azuur; in de schildvoet van een hoorn van hetzelfde.

28 Jacobus de Boodt
In zilver een keper van sabel, beladen met klaver van goud, vergezeld van drie boten van sabel; een barensteel van sabel.

29 Jan de Boodt
In zilver een keper van sabel, beladen met een schild: in sabel een keper van goud, beladen met een ster van sabel in de punt, met een roos van goud in het rechter schildhoofd.

30 Jan Dominicle
In azuur drie motten van zilver zijdelings gekeerd; in het hart een lelie van goud.

31 Andreas Lootyns
Geschaakt van zilver en azuur van acht rijen, beladen met een merlette van sabel (rij 6, kolom 4).

32 Passchier de Paepe
(op linker paneel, bovenaan links, zonder wapen)


Een ander belangrijk stuk in verband met Brugse heraldiek is het reliekschrijn van Jan Crabbe III uit 1617. Op de basis ervan staan ook weer de wapens van de leden van de Confrerie van die periode, ook van Jan Crabbe III.

De familie, die het best vertegenwoordigd is op het schilderij, is de familie de Boodt. Het is dan ook interessant om de verhoudingen binnen deze familie na te gaan en de wapens ervan te bestuderen.

In het archief van de Confrerie ligt ook een armoriaal, opgemaakt in 1952. In dit armoriaal staan alle wapens van de leden, met een korte beschrijving.


 wapen_De_Booth

In zilver een keper van sabel, vergezeld van drie boten van sabel. Het schild getopt met gekroonde helm van goud, met een helmkleed van zilver en sabel. Helmteken: een eenhoorn van zilver, met de hoorn en de manen van goud.


Jan de Boodt, de oude, overleden 21-03-1564 (HUVENNE, Pieter Pourbus, 1984, p.150, 1; in Hs 449, deel I, staat `die overleet den 21 dagh van Maerte 1543`).
Oudste zoon van Simon de Boodt en Anne van Montigny.
Gehuwd met Marie van de Velde, dochter van Georges en Barbara le Maire.
Was burgemeester van de stad Brugge in 1548-1549, ook schepen en raadspensionaris, voogd van de  `Donkerkamer' , gouverneur van de Bogaerdenschool in 1528.
Werd lid van de broederschap van het Heilig Bloed in 1518.
Werd begraven in Sint- Donaas.

 

wapen_De_Booth

De Boodt

 

 

Wapen_Montegnys

Montegnys

 

Wapen_De_Velde

De Velde

Wapen_le_Maire

Le Maire

 


 

Wapen_Jan_de_Boodt

Jan de Boodt, de jonge, zoon van Jan de Boodt de oude, overleden 01-02- 1558 (HUVENNE, Pieter Pourbus, 1984, p.152, 28).
Was raadspensionaris in 1554-55, lid van de kruisboogschutters van Sint-Joris in 1553.
Werd lid van de broederschap van het Heilig Bloed in 1555.
Sneuvelde bij Calais.


Wapen_Jacobus_de_Boodt

Jacobus de Boodt, de oude, broer van Jan de oude, overleden 21-03-1568 (GAILLIARD, 1862, VI, p.12; VERMEERSCH, 1976, nr. 626).
Gehuwd met Johanna van den Heede, vrouw van Schothoucke, dochter van Pieter en van Magdalena Willaert.
Was raadspensionaris, schatbewaarder en schepen van de stad, gouverneur van de Bogaerdenschool in 1532, voogd van het Sint-Juliaangodshuis in 1551, schout van Brugge.
Werd in 1524 lid van de broederschap van het Heilig Bloed.
Stichtte in 1527 het godshuis voor drie weduwen, dat zijn naam draagt, in de Korte Zilverstraat.
Werd, samen met zijn tweede vrouw Johanna van den Heede, in Sint-Salvators begraven (vloerzerk verdwenen).


Wapen_Jacobus_de_Boodt_de_jonge

Jacobus de Boodt, de jonge, zoon van Jacobus de Boodt de oude, overleden vóór mei 1587 (HUVENNE, Pieter Pourbus, 1984, p.152, 26).
Gehuwd met Anna Roelandts, dochter van Roeland Roelandts.
Was burgemeester van de gemeente Brugge, schepen, raadspensionaris, schatbewaarder, lid van de kruisboogschutters van Sint-Joris in 1553, voogd van het Sint-Magdalena hospitaal in 1575, schout van Brugge en van het Vrije in 1557-1580.
Werd in 1553 lid van de broederschap van het Heilig Bloed.


wapen_meester_Joost_de_Boodt

Meester Joost de Boodt, overleden 25- 10-1570 (GAILLIARD, 1862, VI, p.422; VERMEERSCH, 1976, p.535, nr. 481).
Zoon van Simon de Boodt en Anne van Montigny.
Gehuwd met Marie de Verdeuil, dochter van Jan de Verdeuil en Anna van den Heede.
Was raadspensionaris, schepen en schatbewaarder van de stad Brugge, voogd van de Bogaerdenschool in 1554.
Werd in 1537 lid van de broederschap van het Heilig Bloed.
Werd in Sint-Salvators begraven (vloerzerk verdwenen).


wapen_Pieter_de_Boodt

Pieter de Boodt, overleden 1559 (HUVENNE, Pieter Pourbus, 1984, p.152).
Zoon van Simon de Boodt en Anne van Montigny.
Gehuwd met Katelijne Petit, dochter van Frans Petit en Maria Ritsaert.
Was raadspensionaris en schepen van de stad Brugge.


Wapen_Anselmus_de_Boodt

Anselmus de Boodt, overleden 20-07-1561 (GAILLIARD, 1857, I, p.418; VERMEERSCH, 1976, p.707, nr. 615).
Zoon van Willem de Boodt en Margaretha van Nieulant.
Gehuwd met Johanna Voet, dochter van Antoon Voet, heer van Vormerzeele.
Was raadspensionaris van de stad Brugge, hoofdman van het Sint- Niklaas-zestendeel in 1561-1562 en van het Scarmers-zestendeel in 1576-1577, deken van de makelaars in 1574, lid van de kruisboogschutters van Sint-Joris, voogd van de Bogaerdenschool in 1566.
Werd in 1545 lid van de broederschap van het Heilig Bloed.
Werd in Sint-Salvators begraven (vloerzerk verdwenen).


Willem de Boodt, overleden 11-10-1601.
Zoon van Anselmus de Boodt en Johanna Voet.
Gehuwd met 1. Adrienne Vogaerts, enige dochter van Joos Vogaerts en Barbe van den Heede, zonder kinderen; 2. Catharina Winckelman, dochter van Reynier Winckelman en Catharina Reyvaert, twee kinderen.
Was raadslid, schepen, tresorier en burgemeester van schepenen van de stad Brugge, proost van de broederschap van het Heilig Bloed, lid van de kruisboogschutters van Sint-Joris, gouverneur van de Bogaerdenschool in 1589. Werd voogd van O.L. Vrouw van de Potterie in 1597.
Werd met zijn tweede vrouw in Sinte-Walburga begraven.


Anselmus de Boodt, overleden 21-06-1632 (GAILLIARD, 1857, I/2, p.295).
Tweede zoon van Anselmus de Boodt en Johanna Voet.
Werd licentiaat in burgerlijk en kanoniek recht. Volgde later geneeskunde in Heidelberg en werd bij zijn thuiskomst raadslid-pensionaris van de stad Brugge. Hij verliet Brugge en werd dokter in de geneeskunde te Padua. Hij werd dokter van keizer Rodolf II. Na diens dood keerde hij terug naar Brugge. Hij hield zich dan bezig met natuurkunde, tekenen, schilderen, waarvoor Vredius en Lernutius hem prezen, en met literatuur. Enkele werken van hem waren: Symbola Varia ... (Praag, 1603), Gemmarum et Lapidum Historia ... (Hanau, 1609), Florum, Herbarum ac Fructum ... (1640).
Hij werd in O.L.Vrouw begraven.


wapen_De_Booth

François de Boodt, overleden 05-09-1627 (VAN DYCKE, Recueil héraldique, p.58).
Zoon van Adolf de Boodt en Catharina Caron.
Gehuwd met Maria de Boodt, dochter van Willem de Boodt en Maria Wynckelmans.
Werd geridderd in 1618, heer van Lissewege en Schoonewalle. De heerlijkheid van Lissewege werd voor hem in 1609 opgericht. Daarvoor moest hij in een maal 600 gulden en 40 groten betalen voor de restauratie van de kerk van Lissewege.
Was burgemeester en schepen van de stad.
Hij en zijn vrouw werden in de kerk van de Potterie begraven.


Wapen_Willem_de_Boodt

Willem de Boodt, overleden 11-02-1661 (VAN DYCKE, Recueil héraldique, p.58).
Zoon van François de Boodt en Maria de Boodt.
Gehuwd met 1. Maria Hoste, dochter van Abel Hoste en Maria Cabooter, zonder nakomelingen; 2. Anna-Theresa d`Overloop, dochter van Jan d`Overloop.
Hij werd geridderd in 1643.
Begraven in O.L.Vrouw van de Potterie.


wapen_De_Booth

Willem de Boodt, overleden 10-02-1695 (Van RENYNGHE, Tablettes des Flandres, 1951, IV, p.267).
Jongere zoon van François de Boodt, heer van Lissewege, infanteriekapitein, en van Françoise Schoorman.
Gehuwd met Catharina Sproncholf, dochter van Lambert Sproncholf, heer van ten Ryne, en van Adrienne van Liebeke. Drie kinderen: Catharina, Anna en Willem, die zonder te huwen stierf en de laatste mannelijke afstammeling was van zijn familie. Hij werd in de Potterie begraven.
Was schepen van de stad Brugge, voogd van het Sint-Janshospitaal vanaf 1686. Hij werd, samen met zijn vrouw, in de grafkelder van zijn grootvader in O.L. Vrouw van de Potterie begraven (verdwenen).


 

stuurlinks stuurrechts
.