bel

bel

bel

Patriciërswoning Mercator-Orteliushuis

 Mercator-Orteliushuis

De monumentale achtergevel van het Mercator- Orteliushuis

Bron: website Stad Antwerpen


Het Mercator-Orteliushuis, Kloosterstraat 11-17, Antwerpen, België.

De Spiegel onder de familie de Deckere

Peeter de Deckere (+ 1574) was koopman in de steeds lucratieve specerijen en heer van Montquentin, een titel die hij op zijn oudste zoon Simon (+ 1587 te Keulen) zou overdragen. Hij was gehuwd met Dymphne Dyck (Digne de Dijcke) een dochter van de griffier Cornelis Dyck.

De Spiegel belandde echter in handen van de tweede zoon Pascal of Paeschier de Deckere (1542-1605) die in 1582 huwde met Christine Boot (1563-1623). Uiteraard kwam ook Christine Boot uit één van de beste families. De familie handelde in lakens en zijdewaren en Paeschier de Deckere behartigde tijdelijk de zaken van de firma Boot te Venetië totdat Michiel Boot meerderjarig was (Baetens, 1976, I, 146-149). Maria de Deckere, de oudste dochter van zijn broeder Simon, zou deze Michiel Boot huwen. Later koos Michiel voor een leven in de magistratuur: hij werd schepen en schatbewaarder. Het echtpaar de Deckere-Boot liet op 12 oktober 1605 hun testament in hun woning in de Kloosterstraat registreren door notaris A. De Witte. Desalnietemin is het duidelijk dat ze het pand niet steeds zelf (en mogelijk zelfs nooit integraal) hebben bewoond. De inventaris van Paeschier de Deckere uit 1605 is op dat vlak zeer duidelijk: er waren twee afzonderlijk verhuurde voorhuizen waaronder (ook al in de jaren 1580) een bakkerij en Paesschier moet dus in een comfortabel achterhuis gewoond hebben. Op 17 december 1610 wordt op basis van een eerdere verdeling d.d. 6 september 1606 voor notaris de Witte, de nalatenschap van Paesschier de Deckere ten dele geregeld. Hierbij blijkt reeds hoe rijk de familie wel was: er bleven nog een hele reeks goederen gelegen te Stabroek, Putte, Wuustwezel en Merksem onverdeeld. Het is duidelijk dat de eigendommen aan de Kloosterstraat en de Lange Riddersstraat, zoals ze worden overgedragen aan Peeter Pascual de Deckere, zoon van Paesschier en Christina Boot, reeds een heel complex vormden. Geven we nog een keertje de volledige beschrijving: "Eene groote huysinge met twee voorhuysen achterhuysen hove fundo et omnibus pertinentys gestaen ende gelegen in sinte michielsstrate alhier jegens over sinte michiels cloostere commende wte inde langeridderstrate op met daer wtgaende, Item noch twee huysen metten achterhuyse ende hove geheeten deen den peerboom ende dander den dystelblomme gestaen ende gelegen inde voors. langeridderstrate alhier... Item noch vier huysen voor aen strate geheeten leeuwenberch metten hofkens bleyckhove nu wesende dry wooningen gestaen ende gelegen inde voors. langeridderstrate".

Toch was hiermee de behoefte van Peeter Pascual naar een groot stadseigendom nog niet helemaal gestild. Op 27 april 1619 verwierf hij het pand op de Kloosterstraat ten Zuiden van wat hij al had, een pand dat meteen aanleunde aan de Bijlkensgang. Hij verkreeg toen uit handen van Magdalena van Hoerne, weduwe van procureur Mathys vanden Bossche en de voogden van de kinderen van dit echtpaar een zeer fraaie woning beschreven als: "Een steenen huys[inge] metter plaetse gaelderye pompe regenbacke achterhuyse kelders gronde...".
Dit pand, dat we gemakkelijkheidshalve gezien de eigenaars en bewoners ervan het `Juristenhuis` zullen noemen, was eerder al verkleind geweest.

Met toestemming van Ivan Derycke overgenomen van home.scarlet.be/genootschap, waarvoor onze dank.


Klik hier voor informatie over Michiel Michielsz Boot 

stuurlinks stuurrechts

.