Memorien uyt de Beschrijvinge der stadt Dordrecht blz. 173
Tekstpagina: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 + woordenlijst.
Het 10. Capittel.
Van het Stadt-huys, Regeringe, Schouten, Borgemeesters, Schepenen,
Raden, Goede luyden vanden Achten, ende Veertigen.
Het oude Stadthuys plagh te staen op ende neffens de Tollebrugh, soo dat men over de brugh daer onder door gingh, ende hadde eene seer ouden toren, af gebroken ontrent den jare 1540. uyt vreese dat hy van ouderdom zoude omgevallen hebben. Ende is doen gebracht op de Hall, (also eertijts genoemt) in `t jaer 1382. gebouwt tot gerief van vremde Koopluyden, dewelcke ontrent dien tijt de vermaerde koop-stadt van Brugge in Vlaenderen verlaten hadden, vermits de inlandtsche oirlogen, die de Bruggelingen tegen haren Grave voerden. Is een fraey ende sterck werck, voor op de zale komende siet men de Vierschare, aen de slinckerhant het Wacht-huys, ende vervolgens de Secretarye, recht uyt is de Richt-kamer, rontsom met groen laken, ende schilderyen behangen, daer aen koomt het Vertreck, daer de Borgemeesters drie-mael `s jaers verkoren werden, aen de rechterhant is Stadts Kantoir, ende achter de Wees-kamer, met tapyten, ende conterfeytsels verçiert.
De Regeringe van Dordrecht is geheel verscheyden van andere Steden. Bestaet by den Borgemeester, Schepenen, Raden, (onder dewelcke des Graeffelickheydts Schout de jonghste is) Outraden, ende Goede luyden van den Achte.
Men seydt gemeenlick, niet nieu te wesen, dat de Ampten wel
Tekstpagina: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 + woordenlijst.