Maria Johanna de Boodt
Op 28 april 1749 heeft Maria Johanna de Boodt een testament op laten maken. In 1758 heeft zij op haar ziekbed een nieuw testament laten stellen. Zij stierf op 4 april 1759 in Utrecht en werd vervolgens zoals zij dat wenste begraven in het familiegraf in Giessen-Nieuwkerk.
Klik hier voor testament uit 1758 van Maria Johanna.
Klik hier voor meer informatie over de familie van Maria Johanna.
|
Op huijden den 28e April des Jaars 17e negenenveertig heden des naarnoens ten vier Uren Compareerde voor mij Everard Vlaer, Notaris s`hoofs van Utrecht Ca. En de getuijgen nabenoemd hier toe versogt, D.Hoogh Wel Geb. Jonkvrouw Maria Johanna de Boodt vrouwe van Burgh-Gravesteijn, en Loodijk woonagtig alhier, mij Notaris bekend, gesond van lichaam, met ons gaande en staande, Mitsgaders haar Memorie, en verstand volkomen magtig, en gebruijkende als ons Notaris en Getuijgen klaarlijk bleek d`welke verklaarde te revoceren, cassere, dood, en te niet te doen alle sodanige Testamenten en Codicillen als sij enigsints voor desen heeft gemaakt, of gepasseert, niet willende dat d`selve of enige van dien cragt, of effect sullen hebben, al ware `t ook dat die enige clausulen derogatoir mogten behelsen, en op nieuws disponerende in cragte van de respective Octrooijen aan de Jonkvr. Comparante verleend. Soo verklaerde de Jonkvrouwe Testatrice te pralegateren aan de Dogters van haar Overlede Nigte Vrouwe Cornelia Philippina de Boodt, in houwelijk verwekt, bij den Hoogh Wel Geb: Heere Jan Daniel d`Ablaing alle hare Juwelen |
|
Item Legateerde de Jonkvrouwe (Testatrice) aan den Dorpen van Giessen-Nieuwkerk d`summa van Vijf duijsend guldens in geld, om daar mede aftelossen (soo verre sulc strecken kan) sodanige Capitalen, off Schulden, als tot lasten van den voorsz Dorpe staan of lopende sijn. Aen`t Arme Weeshuijs binnen d`stad Sluijs in Vlaanderen, Twaalfhonderdt guldens in geld. Aen de Vijff Kerken, of Parochien van Cadzant, Ider Twee honderd guldens, en Sulc te samen Duijsend guldens. Te betalen alle d`voornt Legaten een Jaar na`t Overlijden van de Jonkvrouwe Testatrice. Verder verklaarde de Jonkvrouwe Testatrice te Legatere, make, en bespreke aan Juffrouw Johanna Vonk, bij aldien d`selve op`t overlijden van de Jonkvrouwe Testatrice nog bij haar is inwonende en anders niet, d`summa van drie honderd guldens Jaarlijks, haar leven lang gedurende, en daar en boven nog aan d`selve Juffr. Johanna Vonk, drie honderd guldens eens te betalen binnen veertien dagen na`t overlijden van de Jonkvrouwe Testatrice Eijndelijk Legateerde de Jonkvrouwe Testatrice aan de dienstboden, die op haar overlijden bij haar wonen, Ider d`summa van drie honderd guldens, |
|
dit in plaatse van rouwklederen, mede te betalen veertien dagen na`t overlijden van de Jonkvr. Testatrice. En alle `t geene de Jonkvr. Testatrice boven d`voorg. Legaten, schuld, en dood schulden, daaronder mede begrepen Leen en Erfpagt goederen sal komen na te laten, heeft sij verklaard tot hare Erfgenamen te nomineren, en te stellen, de Seven nagelaten kinderen van haar Nigte d`Hoogh Wel Geb: Vrouwe Cornelia Philippina de Boodt in houwelijk verwekt bij den Hoogh Wel Geb. Heere Jan Daniel d`Ablaing, Geëligeerde Raad ter vergaderinge van de Ed: Mog: Heeren Staten deser Provincie etc, etc of wel die geene van de voorsz. Kinderen dewelke den Sterfdag van de Jonkvr. Testatrice sullen beleven, alles onder dese expresse Conditien en verband nogtans, dat alle `t geene d`selve kinderen uijt kragte deses komen te erven, sal moeten erven, en versterven, van `t eene kind dat komt te overlijden sonder Wettige geboorte na te laten, op`t andere, en dat tot `t laatste toe, dit alles sonder aftrek van de Trebelliannique, en andere portien, d`selve wel ex presselijk verbiedende bij desen. |
|
Sijnde ook de Jonkvre.Testatrice hare wil, en begeerte, dat soo lange hare voorne. Erfgenamen onmondig, of ongetrouwt sijn, d`revenuen, renten, interesten als anders, van de onmondige, of ongetroude sal moeten oplopen, en door de natenoemen Heeren Voogden, tot Capitaal in Engeldse Fondsen moeten aangelegd worden, en ingeval het mogte gebeuren, dat de laatste van de voorn. Erfgenamen mede sonder wettige geboorte na te laten komt te overlijden, sal t`geene uijt kragte deses op d`selve is gedevolveerd, mede sonder aftrek van de Trebelliannique en andere portien moeten gaen en komen voor de eene helfte aan de kinderen die als dan in leven sijn, van Vrouwe Colombina Catherina van Meuwen van Keversbergh, Gemalinne van den Hoogh Wel Geb: Here..... Baron van Strunkede, Heere van Doornenburgh, en bij vooroverlijden hare Wettige descendenten, in haar ouders plaatse. behoudens dat opgemelte vrouwe Colombina Catharina van Meuwen alvorens haar leven lang gedurende het vrugtgebruijk sal hebben, en genieten. |
|
En voor de andere helfte aan de Hoogh Wel Geb. Heere Patrick Balfoul Major ten dienste deser Landen. Jonkr. Jacob Balfoul, enige soon van den Hoogh Wel Geb: Heere David Balfoul. Vrouwe ..... Balfoul Douariere van d(en) H(eren) Luijtenant Collonel van Stapele en Jonkvrouwe Apolonia Vincentia Balfoul. of wel die geene die mede als dan in leven sijn, en bij vooroverlijden hare Wettige kind, off kinderen, in haar oudersplaatse. Ider voor een vierde part in d`wederhelft Voorts stelde de Jonkvrouwe Testatrice tot Voogden over hare onmondige natelatene Erfgenamen, d`Ed. Achtb. Heeren gecommitteerdens ter Momboir, kamer deser Stad Utrecht, gevende aan deselve sodanige last, magt, en authoritijd als enige voogden kan ofte mag werden gegeven # De Jonkvrouwe Testatrice behoud aan haar de magt, om `t allen tijden nog enige Prolegaten en Legaten te mogen maken en Ordonneren |
|
welke agter de Grosse deses, off op een apart papier geschreven, en door haar ondertekent sijnde, van sodanige Cragt en Waarde sullen moeten werden gehouden, als of deselve van Woorde tot Woorde in dese Ware geinfereerd. Alle`t welke de Jonkvrouwe Testatrice Verklaarde te sijn haar Testament, Laatste, en Uijterste Wille, `t welk Sij begeerde dat na haar overlijden volkomen plaats grijpen, en effect sorteren sal, t`zij als Zulc Codicille, gifte onder den Levendigen, ofte ter Sake des doods, soo als`t selve best na goedertieren rechten sal komen bestaan, al waren ook alle nodige Solemniteijten niet geobserveert houdende deselve als in desen geinfereerd, versoekende hier van Instrument in forma, `t welk na alvorens vermaan te hebben gedaan, om de verbanden in desen gesteld, ingevolge van de Ordonnantie behoorlijk aan te brengen, vergoet is |
|
Aldus gedaan en gepasseerd t`Utrecht, ten Huijse van de Jonkvrouwe Comparant, Staande aan de Noordzijde van den Breestraat, ter prasentie van Jan Jacob Vlaer, Cannonicq in den Capittule ten Dom alhier, en Jan Tieleman Blekman als getuijgen # Gelijk mede haar wil en begeerte is dat d`Tuijn op`t Cingel bij dese Stad, als mede haar inboedel, en huijssieraad, (uijtgesonderd d`Familie Schilderijen, en sodanige meubilaire goederen waar van de Jonkvrouwe Testatrice agter d`grosse deses sal komen te disponeren) publicq sullen moeten werden verkogt, Begerende de Jonkvr. Testatrice dat sij sal werden begraven tot Giessen Nieuw kerk, in de kelder daar hare Ouders begraven sijn, in dier voegen d`begrafenis van haar Vrouw Moeder is geschiet, Waar van een aantekening sal gevonden werden. M:J: De Boodt van Burgh-gravenstiin J.J.Vlaer J.T.Blekman 1749 E. Vlaer nots. 1749 |